Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
- bespreken
- roddelen
We zullen een van de dagen toch eens moeten beklappen hoe we dat praktisch gaan regelen.
Daar gaat over geroddeld worden, dat gaat over de tong gaan: dat gaat beklapt worden.
- recipiënt, groter dan een kopje
- gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden
- de hoeveelheid die zo’n kom bevat
WNT: Kom
Benaming voor vaten in den vorm van een bolsegment van betrekkelijk groote diepte, of in een daarvan niet al te zeer afwijkenden vorm; inzonderheid gebruiksvoorwerpen, in de eerste plaats vaatwerk dienend om er uit te drinken of te eten of gereedgemaakte spijs of drank in op te dienen. In N.-Nederl. is kom als benaming van een voorwerp om uit te drinken thans beperkt tot eenvoudige kringen.
vb. Verder schonk zij voor de tweede maal een potje koffie op, want Triene dronk telkens een kommeken, courtm.-berchm., Gesch. v.d. J. 68 (1864).
zie ook kom koffie
Een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep,…
Een hele geestige uitdrukking is trekken, ergens op ~ gelijk mijn gat op een kommeke soep.
- recipiënt, groter dan een kopje
- gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden
- de hoeveelheid die zo’n kom bevat
WNT: Kom
Benaming voor vaten in den vorm van een bolsegment van betrekkelijk groote diepte, of in een daarvan niet al te zeer afwijkenden vorm; inzonderheid gebruiksvoorwerpen, in de eerste plaats vaatwerk dienend om er uit te drinken of te eten of gereedgemaakte spijs of drank in op te dienen. In N.-Nederl. is kom als benaming van een voorwerp om uit te drinken thans beperkt tot eenvoudige kringen.
vb. Verder schonk zij voor de tweede maal een potje koffie op, want Triene dronk telkens een kommeken, courtm.-berchm., Gesch. v.d. J. 68 1864.
zie ook kom koffie
Een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep,…
Een hele geestige uitdrukking is trekken, ergens op ~ gelijk mijn gat op een kommeke soep.
helemaal geen gelijkenis vertonen met iets of iemand
zie ook trekken op
“Die brug in Nijmegen, die trekt op de Lange Wapper gelijk als mijn gat op een kommeke soep. ( …)
Die brug in Nijmegen, dat is gene lange wapper, dat is een smurfenbrug.” (johanpetit.blogspot.be)
“Overigens, de Vlaamse en de Waalse cultuur gelijken op elkaar zoals mijn gat op een kommeke soep. Buiten Georges Simenon ken ik niet één auteur van over …” (blogspot.com 01/2012)
“- De gelijkheden zijn treffend, wat ge ook zegt :)
- Jaja, gelijk uw gat op een kom soep.” (forum.politics.be 26 juli 2016)
“Die kip komt precies uit een oorlogsgebied. Bordje war.” Gert Verhulst omschrijft het nog wat kleurrijker: “Dat trekt erop gelijk mijn gat op een kommeke soep.” (hln.be 16 maart 2017)
- recipiënt, groter dan een kopje
- gebruikt om aan de mond te zetten, bol die een drinkbare vloeistof kan inhouden
- de hoeveelheid die zo’n kom bevat
WNT: Kom
Benaming voor vaten in den vorm van een bolsegment van betrekkelijk groote diepte, of in een daarvan niet al te zeer afwijkenden vorm; inzonderheid gebruiksvoorwerpen, in de eerste plaats vaatwerk dienend om er uit te drinken of te eten of gereedgemaakte spijs of drank in op te dienen. In N.-Nederl. is kom als benaming van een voorwerp om uit te drinken thans beperkt tot eenvoudige kringen.
vb. Verder schonk zij voor de tweede maal een potje koffie op, want Triene dronk telkens een kommeken, courtm.-berchm., Gesch. v.d. J. 68 1864.
zie ook kom koffie
Een kom koffie, een kom melk, zelfs een kom soep,…
schriftje waarin men notities, rekeningen e.d. bijhoudt
uitspraak: karnè, meervoud: karnès
Van Dale 2018: carnet
/k?rn?t, k?rn?/
zelfstandig naamwoord • het • carnets
1847, Frans
1. aantekenboekje, vooral van een makelaar
< Antwerpen: de carnet
Afbeelding zie hier
“Ik heb een carnetje teruggevonden van mezelf als 13-jarige. Ik schrijf: ‘Als de oorlog gedaan is, ga ik iets doen wat ik goed kan’. Voilà.” (vrt.be)
Vader houdt de weekendverdiensten in een ‘carnetje’ bij. (seniorennet.be)
In het carnet moesten wij ons huiswerk eerst in ’t klad maken, dan in ’t net overschrijven in een goed schrift.
schriftje waarin men notities, rekeningen e.d. bijhoudt
uitspraak: karnè, meervoud: karnès
Van Dale 2018: carnet
/k?rn?t, k?rn?/
zelfstandig naamwoord • het • carnets
1847, Frans
1. aantekenboekje, vooral van een makelaar
< Antwerpen: de carnet
Afbeelding zie hier
“Ik heb een carnetje teruggevonden van mezelf als 13-jarige. Ik schrijf: ‘Als de oorlog gedaan is, ga ik iets doen wat ik goed kan’. Voilà.” (vrt.be)
Vader houdt de weekendverdiensten in een ‘carnetje’ bij. (seniorennet.be)
In het carnet moesten wij ons huiswerk eerst in ’t klad maken, dan in ’t net overschrijven in een goed schrift.
schriftje waarin men notities, rekeningen e.d. bijhoudt
uitspraak: karnè, meervoud: karnès
Van Dale 2018: carnet
/k?rn?t, k?rn?/
zelfstandig naamwoord • het • carnets
1847, Frans
1. aantekenboekje, vooral van een makelaar
< Antwerpen: de carnet
Afbeelding zie hier
“Ik heb een carnetje teruggevonden van mezelf als 13-jarige. Ik schrijf: ‘Als de oorlog gedaan is, ga ik iets doen wat ik goed kan’. Voilà.” (vrt.be)
Vader houdt de weekendverdiensten in een ‘carnetje’ bij. (seniorennet.be)
In het carnet moesten wij ons huiswerk eerst in ’t klad maken, dan in ’t net overschrijven in een goed schrift.
schriftje waarin men notities, rekeningen e.d. bijhoudt
uitspraak: karnè, meervoud: karnès
Van Dale 2018: carnet
/k?rn?t, k?rn?/
zelfstandig naamwoord • het • carnets
1847, Frans
1. aantekenboekje, vooral van een makelaar
< Antwerpen: de carnet
“Ik heb een carnetje teruggevonden van mezelf als 13-jarige. Ik schrijf: ‘Als de oorlog gedaan is, ga ik iets doen wat ik goed kan’. Voilà.” (vrt.be)
Vader houdt de weekendverdiensten in een ‘carnetje’ bij. (seniorennet.be)
In het carnet moesten wij ons huiswerk eerst in ’t klad maken, dan in ’t net overschrijven in een goed schrift.
schriftje waarin men notities, rekeningen e.d. bijhoudt
uitspraak: karnè, meervoud: karnès
Van Dale 2018: carnet
/k?rn?t, k?rn?/
zelfstandig naamwoord • het • carnets
1847, Frans
1. aantekenboekje, vooral van een makelaar
“Ik heb een carnetje teruggevonden van mezelf als 13-jarige. Ik schrijf: ‘Als de oorlog gedaan is, ga ik iets doen wat ik goed kan’. Voilà.” (vrt.be)
Vader houdt de weekendverdiensten in een ‘carnetje’ bij. (seniorennet.be)
In het carnet moesten wij ons huiswerk eerst in ’t klad maken, dan in ’t net overschrijven in een goed schrift.
bespreken
We zullen een van de dagen toch eens moeten beklappen hoe we dat praktisch gaan regelen.
Daar gaat over geroddeld worden, dat gaat over de tong gaan: dat gaat beklapt worden.
bespreken,
We zullen een van de dagen toch eens moeten beklappen hoe we dat praktisch gaan regelen.Daar gaat over geroddeld worden, dat gaat over de tong gaan: dat gaat beklapt worden
kauwgom
vgl. chiclet
Ol die sjiekkelitten dan ze utspugen plakken an de groend.
schriftje waarin men notities, rekeningen e.d. bijhoudt
uitspraak: karnè, meervoud: karnès
Van Dale 2018: carnet
/k?rn?t, k?rn?/
zelfstandig naamwoord • het • carnets
1847, Frans
1. aantekenboekje, vooral van een makelaar
“Ik heb een carnetje teruggevonden van mezelf als 13-jarige. Ik schrijf: ‘Als de oorlog gedaan is, ga ik iets doen wat ik goed kan’. Voilà.” (vrt.be)
Vader houdt de weekendverdiensten in een ‘carnetje’ bij. (seniorennet.be)
In het carnet moesten wij ons huiswerk eerst in ’t klad maken, dan in ’t net overschrijven in een goed schrift.
1. blaar, vochtblaas
2. ook bloedblein, een blaasje gevuld met bloed
blein
< 1287 ‘blaar, puist’ ~ Oudengels blegen, grondbetekenis ‘zwellen’
1. bleintje
met bloed belopen striem
a
lange blaar
b
niet algemeen blaar
1. Toen mijn vinger geklemd geraakte, kwam er een ‘bleine’ op
2. Er is een adertje geraakt bij die hevige inspanning en nu is het een bloedblein geworden.
Oprit van een landbouwperceel
< mennegat: De weg, en vooral de dam of piete langs waar men over den gracht rijdt om in en uit den akker te komen.
< mennen: hoegsten, den hoegst inzamelen, het koorn van den akker naar de schuur brengen. De Bo 1892
Ook in de Antwerpse Kempen
Zet uwen trekteur (tracteur/tractor) doar in da mennegoat.
mannetje
uitspraak: klik op het pijltje
Da’ menneke is nooit tevreden.
mannetje
uitspraak: klik op het pijltje
Da’ menneke is nooit tevreden.
ruk, snok, trek, duw
Ge moet dien hond genen trok geven, dat is nog ne jongen hond. Dat is normaal dat die in alles bijt.
overheidsuitkering
(niet bedoeld hiermee is “pensioen”)
Dien heeft bekan ni gewerkt en toch heeft em een pensioen en ook nog een trok van ’t een of ander.
(Die heeft bijna niet gewerkt en toch heeft hij een pensioen en een uitkering van het een of ander.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.