Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
Frans: trimard
Vooral West Vlamingen gingen einde 19e begin 20e tigste eeuw als seizoenarbeider naar Frankrijk om er in de bieten te werken. Ze werden trimard’s genoemd.
Het woord trimaar wordt nu nog gebruikt voor iemand die met heel zijn hebben en houden de wereld doorkruist.
De buurvrouw kreeg een bericht van haar zoon vanuit Birma; ‘mijne trimaar denkt toch nog aan zijn moeder’ zei ze me van over de haag.
In “Trimards” (1912) thematiseert hij de problematiek van de Vlaamse gastarbeiders in Frankrijk.
oud (als gezegde)
oude
Onze vava is nie aat geweurre.
(Mijn grootvader is niet oud geworden.)
Zeg, ave zeiker, ga dis wa oep een ander zeveren!
(Zeg oude zeikerd, ga eens ergens anders zeveren.)
erwt
ook: aart, aarte (mv), ét, étje(s)
We eten deze middag ate.
zich een weg banen door een menigte mensen
tegen de wind in fietsen
Op een concert moet je nogal buchten om aan de drankstand te geraken.
Met zo een harde wind zal ik stevig moeten buchten om met mijn fiets aan het station te geraken.
op stap gaan, eropuit zijn
< verwant met trimaar
We zijn ne keer op tramar, ’t zijn solden.
“de superstijfheid van donderdag de hele dag op tramar te zijn is aan het afzwakken” (http://www.seniorennet.be)
“’t Spelleke van Goavre, de poppenrevue over Gaverse gebeurtenissen en toestanden, brengt dit jaar Flupke en Valeir op tramar.” (DS180108)
onderbuik van een dier (verouderd)
In het AN bestaan ook “karwei” en “krawei” met als betekenis “slachtafval”
uitspraak “krawaa” met een korte “a” na de r
etymologie: karwei2 slachtafval {craweye 1546} < frans courée ingewanden < middeleeuws latijn corata (collectief) idem, van latijn cor hart, maag. (Van Dale, etymologisch woordenboek)
Het tweede deel van de samenstelling zou kunnen verwant zijn met het Duitse “Eingeweide” (ingewanden)
We zongen vroeger een liedje: “Er was een vors en die hobbelde en hobbelde over de wei, toen hobbelde hij over de stoppelen en hij scheurde zijn heel krawei. Nu gij!” En dan moest iemand anders het liedje zingen.
In het Kempens: “En d’r was ne vuis en diejen hobbelde en hobbelde over de waa; toen hobbeldenem over de stobbele en a scheurde zen hiejel krawaa. Nei gaa!”
onderbuik van een dier (verouderd)
In het AN bestaan ook “karwei” en “krawei” met als betekenis “slachtafval”
uitspraak “krawaa” met een korte “a” na de r
etymologie: karwei2 slachtafval {craweye 1546} < frans courée ingewanden < middeleeuws latijn corata (collectief) idem, van latijn cor hart, maag. (Van Dale, etymologisch woordenboek)
het tweede van samenstelling zou kunnen verwant zijn met het Duitse “Eingeweide” (ingewanden)
We zongen vroeger een liedje: “Er was een vors en die hobbelde en hobbelde over de wei, toen hobbelde hij over de stoppelen en hij scheurde zijn heel krawei. Nu gij!” En dan moest iemand anders het liedje zingen.
In het Kempens: “En d’r was ne vuis en diejen hobbelde en hobbelde over de waa; toen hobbeldenem over de stobbele en a scheurde zen hiejel krawaa. Nei gaa!”
1) bekwaamheidsbewijs
2) maturiteitsdiploma
2) Van Dale 2017 online: BE
1) Studeerde aan het Lemmensinstituut te Mechelen (J.-N. Lemmens), maar vanaf 1881 aan het Conservatoire Royal de Bruxelles. Hij behaalde er eerste prijzen geschreven harmonie (1886, J. Dupont), orgel (1886)), praktische harmonie (1887, E. Samuel) en het bekwaamheidsdiploma orgel (1889, A. Maily). (oostende.be)
2) OPGEHEVEN : Koninklijk besluit tot vaststelling van de gelijkwaardigheid tussen de buitenlandse getuigschriften van secundair onderwijs en het bekwaamheidsdiploma dat toegang verleent tot hoger onderwijs. (vlaanderen.be)
mentaal gehandicapt
Die vrouw heeft vier kinderen, van wie er eentje verachterd is.
- kennen, ontmoeten
- in de uitdr. veel volk zien, (veel) mensen zien
< Frans: voir des gens, voir beaucoup de gens
> andere betekenis van zien
Vraag dat maar aan de vrouw van de burgemeester, die ziet nogal wat mensen.
hetzelfde met zijn, doen, gaan, vergaan, staan, verstaan, bestaan;
zie ik gevolgd door infinitief in de ott
> andere betekenis van zien
Zonder bril zien ik dat niet duidelijk.
Doen ik het zo goed?
Ik vergaan van den honger.
kijken
> andere betekenis van zien
Zie eens hier! (Nl: kijk eens hier)
Wat staat dieje daar heel den tijd in mijn richting te zien? (Nl: te kijken)
De eerste persoon enkelvoud van de sterke werkwoorden met één lettergreep wordt in de Antwerpse Kempen gevormd als volgt:
Doen /doen/ > ik dun (scherpe u, een beetje zoals AN “put”, “stuk”)
Gaan / gaon/ >ik guin (doffe ui zoals AN “de”, “het”)
Staan /staon/ >ik stuin (doffe ui zoals AN “de”, “het”)
Zien /zien/> ik zin (korte ie zoals AN “ik”, “zin”)
Zijn /zaan/ > ik zén (korte scherpe e zoals AN ik “ben”)
Waarschijnlijk treft men dergelijke vormingen aan in het hele Brabantse taalgebied.
’K zén ziek en ik guin nui den doktoor.
(Ik ben ziek en ik ga naar de dokter.)
bij een openbare verkoop bieden waarna geen hoger bod volgt, zodat men de eigendom willens nillens moet aankopen
Variant: “met iets aan zijn broek blijven zitten”
De verdierenpikker bleef met de weide aan zijn broek zitten en wil ze nu verder verkopen.
Gij vindt dat plezant he, zo meebieden om de prijs op te jagen. Maar vroeg of laat houdt ge eens iets aan uw broek, en hoe gaat ge het dan betalen? Met peeschijven misschien?
zijn eigen koest houden, zich niet laten zien of horen
Van Dale 2014 online: gewestelijk: zich van kant houden
Hij heeft anders altijd een groot woord in de discussies maar nu dat hij ongelijk heeft en het tegendeel bewezen is, heeft hij zijn eigen (eigen, zijn ~) schoonekes aan kant gehouden.
samen
< Middelnederlands: samen, tsamen, te samen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: uit samentrekking van te en samen ontstane vorm.
In het Mnl. alleen met te, steeds met s- gespeld. De z-spelling wordt vanaf de 17de e. meer gebruikelijk en vanaf de 18de e. een regel.
Wij gaan tesamen met één auto.
kleine, lieve deugniet
troetelwoord
> andere betekenis van strop
Gij se strop…, waar hebt ge die snoepjes gevonden?
aars, gat, poep
zie ook stop
Woordenboek der Nederlandsche Taal:
Sluitspier van den aars (De Bo (1873), Cornelissen-Vervliet).
Van Dale 2018: niet algemeen
> andere betekenis van strop
Hij nijpt zijne strop toe van schrik.
Zijn strop zal nogal zeer doen, hij heeft het speen.
strik van ijzer- of koperdraad om wild mee te vangen
Van Dale BE; niet algemeen
Joske kan het stropen niet laten. Gisteren heeft hij zijn stroppen weer eens uitgezet.
> andere betekenis van strop
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.