Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
blinde vink, vleesgerecht waarbij gekapt opgerold wordt in een kalfslapje of varkenslapje
Woordenboek der Nederlandsche Taal: vink: blinde vinken: het is een verbastering van het oudere plokte vinken, pluk(ke)vinken. In Zuid-Nederland noemt men ze looze vinken. (zie reactie)
Wikipedia: In het Franstalige deel van België wordt blindevink “oiseau sans tête” genoemd en in verschillende regio’s in Vlaanderen “vogel(tje) zonder kop” en “loze vink”.
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
zie ook : vogelkes zonder kop
Ik eet graag loze vinken met bloemkool.
blinde vink, vleesgerecht waarbij gekapt opgerold wordt in een kalfslapje of varkenslapje
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, niet algemeen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: vink: blinde vinken: het is een verbastering van het oudere plokte vinken, pluk(ke)vinken. In Z.-Nederl noemt men ze looze vinken.
Wikipedia: In het Franstalige deel van België wordt blindevink “oiseau sans tête” genoemd en in verschillende regio’s in Vlaanderen “vogel(tje) zonder kop” en “loze vink”.
zie ook : vogelkes zonder kop
Ik eet graag loze vinken met bloemkool.
waar(-), als onderdeel van een betrekkelijke bijzin die een locatie of richting uitdrukt
In het Nederlands kan men, wanneer men tijd aanduidt, zowel “de dag waarop” als “de dag dat” zeggen. In het Vlaams komen locatie- of richtingsverwijzingen hier nog bij, “het huis waarin dat …” wordt zo “het huis dat … in …”.
Het Zwitserduits kent hiervan een analoog in het alomtegenwoordige woord ‘wo’ ((niet) toevallig betekent dit ook ‘waar’).
Het huis da we als kind in hebben gewoond, hebben ze nu afgebroken voor der nen building neer te zetten. (het huis waarin dat we …)
Tenerife? Dat is die plek da we naar op reis zijn geweest. (die plek waarnaar / naar waar we …)
Kijk, da’s de vlieger da we mee naar Tenerife gaan gaan vliegen. (de vlieger waarmee we …)
> andere betekenis van dat
bevestigend partikel aan het eind van een zin, dat de voorafgaande zin(nen) verduidelijkt of anders verwoordt
betekent zo veel als “om het op een andere manier te zeggen”
kan zowel door de spreker als door de toehoorder gebruikt worden
- Amai, da restaurant gisteren had veel eten, en lekker seg!
- Allez, ge hebt uw buikske goe vol geten, zegt.
We zijn onlangs ne keer naar de Champs Élysées west gaan gaan winkelen. De Meir van Parijs, zegt.
bevestigend partikel aan het eind van een zin, dat de voorafgaande zin(nen) verduidelijkt of anders verwoordt
betekent zo veel als “om het op een andere manier te zeggen”
kan zowel door de spreker als door de toehoorder gebruikt worden
- Amai, da restaurant gisteren had veel eten, en lekker seg!
- Allez, ge hebt goed uw buikske vol geten, zegt.
We zijn onlangs ne keer naar de Champs Élysées west gaan gaan winkelen. De Meir van Parijs, zegt.
bevestigend partikel aan het eind van een zin die de voorafgaande zin(nen) verduidelijkt of anders verwoordt, betekent zo veel als “om het op een andere manier te zeggen”
kan zowel door de spreker als door de toehoorder gebruikt worden
- Amai, da restaurant gisteren had veel eten, en lekker seg!
- Allez, ge hebt goed uw buikske vol geten, zegt.
We zijn onlangs ne keer naar de Champs Élysées west gaan gaan winkelen. De Meir van Parijs, zegt.
bevestigend partikel aan het eind van een zin die de voorafgaande zin(nen) verduidelijkt of anders verwoordt, betekent zo veel als “om het op een andere manier te zeggen”
kan zowel door de spreker als door de toehoorder gebruikt worden
- Amai, da restaurant gisteren had veel eten, en lekker seg!
- Allez, ge hebt goed uw buikske vol geten, zegt.
We zijn onlangs ne keer naar de Champs Élysées west gaan winkelen. De Meir van Parijs, zegt.
waar(-), als onderdeel van een betrekkelijke bijzin die een locatie of richting uitdrukt
In het Nederlands kan men, wanneer men tijd aanduidt, zowel “de dag waarop” als “de dag dat” zeggen. In het Vlaams komen locatie- of richtingsverwijzingen hier nog bij, “het huis waarin dat …” wordt zo “het huis dat … in …”.
Het Zwitserduits kent hiervan een analoog in het alomtegenwoordige woord ‘wo’ ((niet) toevallig betekent dit ook ‘waar’).
Het huis dat we als kind in hebben gewoond, hebben ze nu afgebroken voor der nen building neer te zetten. (het huis waarin dat we …)
Tenerife? Dat is die plek dat we naar op reis zijn geweest. (die plek waarnaar / naar waar we …)
Kijk, da’s de vlieger dat we mee naar Tenerife gaan gaan vliegen. (de vlieger waarmee we …)
> andere betekenis van dat
hoe? hoezo?
wordt normaliter als intensivering van de verbazing of onkennis van de spreker gebruikt, als antwoord op een voorafgaande stelling
klemtoon ligt altijd op de da(t)
ook bij alle andere vraagwoorden: waarom/voorwat dat? waar dat? wanneer dat? wie dat? …
- ’k Heb u nog gezien een tijdje geleden.
- Ah, echt? Waar da?
- Op de markt.
- Hoe, en wanneer da?
- Da ’k ’t nie meer weet, pakt vorige zondag, ge liept der rond met dingske.
- Wie da?
- Houdt u maar niet van den dommen, ’k heb u wel in ’t snotje.
vaak als toevoeging gebruikt na een ander voeg-, bij- of voornaamwoord
Hij vroeg of dat gij eens wilde komen.
Wanneer dat? Hoe dat?
Volgende voorbeelden geplukt van Taallink 1.2.2010:
Het zijn altijd dezelfde mensen die dat dat beweren.
We zoeken uit wanneer dat de trein weer kan vertrekken.
Het is een pan waarmee dat ik vaak eenpansgerechten maak.
taaltelefoon.be:
Tussen een hoofd- en bijzin wordt in gesproken taal in België soms dat als extra voegwoord toegevoegd. Dat is geen standaardtaal. In verzorgde spreek- en schrijftaal kunt u het overtollige dat beter weglaten.
•Weet jij nog hoe dat die man heet?
•Ze wist niet meer wie dat ze gezien heeft.
•Hij zoekt wel uit waar dat ze te vinden zijn.
•We zoeken uit wanneer dat de trein weer kan vertrekken.
•Ik weet niet of dat dat wel oké is.
•Het zijn altijd dezelfde mensen die dat dat beweren.
•Het is een pan waarmee dat ik vaak eenpansgerechten maak.
> andere betekenis van dat
hobby, passie, interesse
→ Fr. dada “stokpaardje”
Van Dale 2014 online: Belgisch-Nederlands, informeel
DS2015 geen standaardtaal
DS2018 BE; informeel
Ik hou van kunstschilderen, dat is echt mijn dada.
Haar dada is koken voor familiefeesten.
> andere betekenis van dada
informele afscheidsgroet
Van Dale online: kindertaal
Is in Vlaanderen de laatste decennia de kindertaal ontgroeid en wordt nu vrij algemeen gebruikt. Ook de uitspraak is geëvolueerd van dadda met twee korte a’s naar daddaaa met een langgerekte eind-a.
Kan ook pejoratief gebruikt worden.
synoniem: dadakes, salut, salukes, salodder
Daddaaa, ik ben ermee weg. Slukes, tot morgen.
Stijn Stijnen had het wel bruin gebakken bij Club Brugge. Dus: dada Stijntje.
“ben belange nog niet een moeder maar ik ken wél het probleem :-s keb je alevast toegevoegd aan men msnlijst :-) ik zie je dan wel! dadakes.” (fobiechat.nl)
> andere betekenis van dada
wat
Dat is alles dat ik weet.
Is het dat dat ge bedoelt?
> andere betekenis van dat
vaak als toevoeging gebruikt na een ander voeg-, bij- of voornaamwoord
Hij vroeg of dat gij eens wilde komen.
Wanneer dat? Hoe dat?
Volgende voorbeelden geplukt van Taallink 1.2.2010:
Het zijn altijd dezelfde mensen die dat dat beweren.
We zoeken uit wanneer dat de trein weer kan vertrekken.
Het is een pan waarmee dat ik vaak eenpansgerechten maak.
taaltelefoon.be:
Tussen een hoofd- en bijzin wordt in gesproken taal in België soms dat als extra voegwoord toegevoegd. Dat is geen standaardtaal. In verzorgde spreek- en schrijftaal kunt u het overtollige dat beter weglaten.
•Weet jij nog hoe dat die man heet?
•Ze wist niet meer wie dat ze gezien heeft.
•Hij zoekt wel uit waar dat ze te vinden zijn.
•We zoeken uit wanneer dat de trein weer kan vertrekken.
•Ik weet niet of dat dat wel oké is.
•Het zijn altijd dezelfde mensen die dat dat beweren.
•Het is een pan waarmee dat ik vaak eenpansgerechten maak.
> andere betekenis van dat
dat geeft niet; wat kan mij dat schelen; ik trek het me niet aan; loop naar de duivel; enz.
Toen de boswachter zei dat het verboden was daar in te rijden, kreeg hij als antwoord: “Dat”, en de kerel fietste verder.
> andere betekenis van dat
wat
zie ook dat
Dat is alles dat ik weet.
Is het dat dat ge bedoelt?
> andere betekenis van dat
vreemde snoeshaan, rare poepchinees;
algemeen scheldwoord
Een of andere scheve lavabo, het kon ook mijn broer geweest zijn, heeft mij de bijnaam bedacht van ‘Leon’.
snel, rap
zie ook zeer
zo zere of dat hij kon, liep Piet naar huis
Jan liep nog ziddre en
Klaas liep het zidst zodat hij de eerste aankwam
snel
zie ook zeere
Aas ge mij vraagt wa’ da’k tùns ben,
zulde ziêre een antwoord èn:
“‘k schrijve liedses, ik wirke mee woorden.
Maar in drûmen ben ik vrij, tùns hûre ’k ’t kind weeral in mij.
Die zegt: ’ik wil gelijk mijn vater worden’”
dikke buik
Amai, die gast zijn ton heeft zeker veel geld gekost!
Ons Pauline moet volgende maand bevallen, ze heeft al een schoon tonneke.
Mijn vrije tijd gaat voornamelijk naar het genieten van het leven, hieronder kan vanalles vallen, maar laten we stellen dat ik een echt Bourgondiër ben en dan niet in de zin van een ton van een buik en een lange baard, maar eerder in het apprecieren van de mooie dingen des levens. (zythos.be)
…ik draag nu ik zo een ton van een buik heb uitsluitend katoen en ben al een jaar niet van wasproduct verandert… (hondenvrienden.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.