Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente wijzigingen

    De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #31221

    aantijds
    (bw.)

    op tijd
    (Antw.) intèts (intijds)

    We moeten nu vertrekken, willen we antids zijn.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 11 Jun 2019 17:18
    4 reactie(s)

    #31222

    koek één deeg
    (uitdr.)

    die personen zijn hetzelfde
    in Nederland: één pot nat zijn, uit hetzelfde hout gesneden zijn

    Van Dale 2013 online:(gewestelijk) het is al koek van één deeg

    De politiekers zijn allemaal koek eenen deeg: wat hun echt interesseert zijn de volgende verkiezingen.

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 15:29
    2 reactie(s)

    #31223

    artjoen
    (het ~ (o.), geen mv.)

    (verouderd)

    goed ras, goede soort, hetzelfde ras, dezelfde soort

    andere uitspraak: aartjoen, aartsoen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: artsoen
    In het Westvlaams ook a(a)rtjoen (Schuermans 1865-1870); De Bo 1873). Het heeft daar ook pregnante betekenis: van ’t artsoen of artjoen wordt gebezigd in den zin van: van het goede — of van hetzelfde ras (De Bo).

    Algemeen Vlaamsch Idioticon (1865): hij is van ’t artjoen, van het goede ras.

    “Die andijvie is van ’t zelfde artsoen als de mijne.” De Bo

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 15:18
    0 reactie(s)

    #31224

    artsoen
    (het ~ (o.), geen mv.)

    (verouderd)

    van het goede ras of van hetzelfde ras zijn
    zie ook aartsoen, aartjoen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: artsoen
    In het Westvlaams ook a(a)rtjoen (Schuermans 1865-1870; De Bo 1873). Het heeft daar ook pregnante bet.: van ’t artsoen of artjoen wordt gebezigd in den zin van: van het goede — of van hetzelfde ras (De Bo 1873).
    Kiliaan: aerdsoen

    “Die tarwe is van een goed artsoen. Een slecht artsoen van boonen.” De Bo (1873)

    “Dat is en vies artsoen van volk, van meschen.”

    “Hij is van ’t artsoen (hij is van ’t ras, hij is van ’t bloed, hij heeft denzelfden aard als zijne ouders).” De Bo

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 15:17
    0 reactie(s)

    #31225

    aartsoen
    (het ~ (o.), geen mv.)

    (verouderd) soort, aard

    zie ook aartjoen, artsoen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: aartsoen:
    1) Aard, slag, soort. Nog in het westvlaamsch (De Bo 1873).
    Door v ledicheyt alle dinck te quist gaet Ghy sijt een slecke van luyen aertsoene, Antw. Sp. 252 (1562)
    2) Als collectivum: de menschen van een bepaalde soort. Vervolgens ook: iemand van een ongunstige soort. Niet meer in gebruik.

    “Die tarwe is van een goed artsoen” De Bo (1873)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 15:12
    0 reactie(s)

    #31226

    aartsoen
    (het ~ (o.), geen mv.)

    (verouderd)

    soort, aard
    zie ook aartjoen, artsoen

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: aartsoen:
    1) Aard, slag, soort. Nog in het westvlaamsch (De Bo 1873).
    Door v ledicheyt alle dinck te quist gaet Ghy sijt een slecke van luyen aertsoene, Antw. Sp. 252 (1562)
    2) Als collectivum: de menschen van een bepaalde soort. Vervolgens ook: iemand van een ongunstige soort. Niet meer in gebruik.

    “Die tarwe is van een goed artsoen” De Bo (1873)

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 15:11
    0 reactie(s)

    #31227

    avanceren
    (avanceerde, geavanceerd zw. ww.)

    eventueel met enige spoed vooruitgaan, voortdoen, …

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: avanceeren: In de volkstaal thans nog vrij verbreid, met verzwakking van de vocaal in de tweede lettergreep tot vormen als aven(t)seeren, avemseeren, aveseeren, en met verscherping affeseeren, maar overigens weinig meer in gebruik.

    Van Dale: avanceren
    1. voorwaarts gaan
    2. in rang bevorderd worden
    3. vooruitkomen, opschieten

    zie varianten bij aveseren

    Allé, we moeten een beetje avanseren anders komen we te laat.

    Dat avanseert hier van geen kanten, op het eind van de week zal het werk nog niet af zijn.

    rudolfsiffer.be: Ik schiet mij erachter, want ik zal in het vaarwater van een brandweerauto nogal een beetje ‘avanceren’.

    2fast4u.be: ‘Hey Runner, wordt/blijf es ff wakker en avanceer u eens een beetje’

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 15:09
    7 reactie(s)

    #31228

    abiemen
    (zn. meerv. dichterlijke taal)

    komt voor in het gedicht “poëzie” van Alice Nahon

    < waarschijnlijk van het Frans abîmes = diepten

    Mystieke luister maakt haar lijf subtiel
    zodat ze tijd en vormen overwint
    en vloeiend van gebaar
    en vol beweeg als wind
    in smalle spanne diepe tochten doet,
    miraculeuze reizen
    naar de abiemen van ’t gemoed. (Alice Nahon)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:50
    3 reactie(s)

    #31229

    pots
    (de ~ (v.), ~en)

    muts, pet zonder klep

    < pots bep. muts (Zuid-Nederland). Verkort uit kapoets « Hoogduits kapuze « Italiaans capuccio ‘kap’ (~ Frans capuchon). (A.A. Weijnen)

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: pots, ook potse
    2. Ronde mansmuts zonder klep (Cornelissen-Vervliet 1899); matrozenmuts, inzonderheid als dracht voor kinderen.
    “Manneken, doet oe’ potsken af”, Cornelissen-Vervliet.
    “De kleine jongens dragen gemeenlijk potsen”, Ald.

    Woman wearing a knit cap-2014
    Vrouw met gebreide pots

    Het is aan het sneeuwen buiten. Ik zal maar een pots op zetten.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:46
    0 reactie(s)

    #31230

    reeuwstro
    (znw (o), niet telbaar)

    letterlijk het stro waarop een reeuw door de begrafenisondernemers werd gelegd voor de uitvaart. Figuurlijk: de laatste stuiptrekkingen, de genakende dood van iets of iemand.

    Vandaar het West-Vlaamse ‘op zijn reeuwstro liggen’: zo goed als afgelopen zijn.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Alleen aangetroffen bij West-Vlaamse schrijvers.
    Reeuwstroo … Het stroo waar een lijk op ligt tot dat het gekist wordt, De Bo (1873).
    Het gebruik, de doode eerst op stroo te leggen (het ”lijkstroo” of ”reeuwstroo”, in West-Vlaanderen, de ”waam” of de ”sjouf” in Limburg) is bijna geheel verdwenen, Peeters, Eigen Aard (1946).

    Stijn Streuvels werd op de traditionele boerenmanier begraven: op reeuwstro en op een reeuwkar.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:44
    0 reactie(s)

    #31231

    reeuw
    (znw. (m.), ~en)

    lijk, stoffelijk overschot, en ook de uitwasemingen of de geur daarvan

    Eertijds werden lijkbidders reeuwers genoemd, die de dode op een reeuwlaken legden en het lijk reeuwden, id est prepareerden.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Reeuw geldt veelal als de schrijftaalvorm, ook daar waar ree gesproken wordt. Thans als simplex alleen nog in Vlaanderen en Brabant.
    Julie, zet e bitsje de kamerdeure open van de vouwte, opdat de reeuw zou weggaan, Aant. v. Gezelle (Pittem, ± 1880).
    Reeuw …; Cadaver, O. Volkst. (West-Vlaanderen, 1890)

    Zie ook: reeuwstro

    In tijden van epidemieën werd somtijds reeuwroof gepleegd.

    Provincie Oost-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:43
    0 reactie(s)

    #31232

    paapke schieten
    (vaste woordgroep)

    spel dat voornamelijk in de buurt van Grobbendonk, Pulle en Vorselaar gespeeld wordt. Men heeft een paap, een cilindervormig knuppeltje, waarop iedereen een muntstuk legt bij wijze van inzet. De mensen werpen dan met loden sollen naar de paap in de poging hun sol zo dicht mogelijk bij de paap te laten neerkomen. Van zodra de paap omver valt, gaat men meten en wie zijn sol het kortste bij de paal ligt, wint de inzet. In de diamantstreek gebruikte men in de plaats van een sol een lood om mee te gooien.
    uitspraak “popke” schieten
    ook “popke schiet” zie ook: teppen schieten

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: paap:
    Als benaming van verschillende rechtop staande of uitstekende zaken.
    Bij zeker werpspel: Paap smijten, paapken schieten enz.
    Het overeind gezette blokje enz. dat men tracht om te werpen; hier en daar in Z.-Nederl. (De Cock en Teirl., Kinderspelen (1903); Corn.-Vervliet).

    Ik heb gisteren bij het paapke schieten 5 frank verloren.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:39
    3 reactie(s)

    #31233

    mortel
    (de ~ (m.) geen mv)

    BE: cement, een mengsel van zand en kalk

    NL: specie, steengruis

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    Hoe den mortele daer aen vestighen … mocht onder dat water, Proza-Sp.(Brabant, 1515)
    Eenen knecht, die daer moortel drouch, (Vlaanderen, 1440-1460).
    Die knecht soude sitten gaen up eenen waghen ende halen steene of moortele, (Vlaanderen, 1440-1460).

    De metser metst een muureke met mortel.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:38
    1 reactie(s)

    #31234

    akaks
    (bw.)

    Doen alsof, toevallig

    ook alkaks, askaks, alskaks

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij alskaks: in de volksspraak veelal ASKAKS, ook in twee woorden geschreven —. Voorheen zeer gewone, thans in Noord-Nederland verouderde, maar in Vlaamsch België nog in de dagelijksche spreektaal gebruikelijke uitdrukking, om te kennen te geven, dat het gezegde niet in ernst moet opgevat worden, maar alleen de strekking heeft om aan de zaak, waarvan sprake is, een fraaien glimp te geven.

    Bij ‘kak’ is waarschijnlijk een verband met kaken, kakelen, in de zin van praten, ijdel snappen.
    De etymologie blijft onzeker.

    Ik zal er eens akaks passeren….

    “Lokerse pareltjes (Lokeren)
    akaks. 1) toevallig, onverwacht, 2) terloops, langs zijn neus weg” (standaard.be 1 sep. 2008)

    Regio Scheldeland
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:30
    1 reactie(s)

    #31235

    mispakken, zich ~
    (ww. mispakte zich, zich mispakt)

    1) zich vergissen in het pakken
    2) zich vergissen, bedrogen uitkomen

    zie ook mispakken, mispakken, zich ~ aan

    Van Dale online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    1) Ik heb me mispakt. In plaats van tomatenblokjes in blik heb ik tomatencoulis bij.

    2) Jo Peters: “Tijdens de vorige jaargangen bleken de kandidaten zich wat te mispakken aan de inrichting van het interieur. (pop-up restaurant)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:28
    0 reactie(s)

    #31236

    mispakken
    (ww. mispakte, mispakt)

    verkeerd pakken

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: mispakken, dat in Noord-Nederland, indien het gebruikt werd, scheidbaar zou zijn, is in Zuid-Nederland eene onscheidbare samenstelling. (De Bo (1873) en Cornelissen-Vervliet).
    Fiele hoorde, hoe ze naar heur kleeren tastte, mispakte, en in ’t donker voortzocht, R. Stijns, in Vlaanderen.

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    zie ook mispakken, zich ~ aan, mispakken, zich ~

    Oei, ik heb me mispakt. Nu sta ik hier met een koffielepeltje in m’n handen en ik had een soeplepel nodig.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:19
    0 reactie(s)

    #31237

    mispakken
    (ww. mispakte, mispakt)

    verkeerd pakken

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: mispakken, dat in Noord-Nederland, indien het gebruikt werd, scheidbaar zou zijn, is in Zuid-Nederland eene onscheidbare samenstelling. (De Bo (1873) en Cornelissen-Vervliet).
    Fiele hoorde, hoe ze naar heur kleeren tastte, mispakte, en in ’t donker voortzocht, R. Stijns, in Vlaanderen.

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    zie ook mispakken, zich ~ aan, mispakken, zich ~

    Ze heeft de leuning van de trap mispakt en nu heeft ze een gebroken been.

    Oei, ik heb me mispakt. Nu sta ik hier met een koffielepeltje in m’n handen en ik had een soeplepel nodig.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:16
    0 reactie(s)

    #31238

    zwik, lange ~
    (zn. m. mv.-ken)

    een lang mager iemand
    een zwik is een dun twijgje; vandaar lange zwik

    zie ook zwikzwak, lange zwikzwak

    < oorsprong: (1573) ontleend aan Mhd zwic

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Gewestelijk, in Vlaams-België. Lange slungel (die bij het loopen zwikt). Staelens (1982)

    Zo’n lange zwik hebben we nodig in onze basketbalploeg.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:12
    0 reactie(s)

    #31239

    tablette
    (zn. vr. -n)

    vensterbank

    < Frans: tablette

    rijchel is couranter in Antwerpen, maar tablette wordt ook gebruikt

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: tablet: In ’t bijzonder, in een deel van Vlaanderen: Houten of marmeren plaat vóór den onderkant van een venster, vensterbank.

    De draperies hangen just op de tablet.

    Op de tablette staan dikkels bloempotten.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:11
    0 reactie(s)

    #31240

    einsel
    (de ~, (m.), ~s)

    - weegtoestel dat in de hand wordt gehouden
    - aan de haak wordt het te wegen voorwerp gehangen waardoor de balans doorslaat en het gewicht kan afgelezen worden

    Woordenboek der Nederlandsche Taal, bij einsel
    Ensel, eusel, uisel, heinsel, huisel enz. —, znw. m. Naar het schijnt van een latijn unciale, dat echter als znw. niet is aangetroffen, verg. unsel (bij Kiliaan).
    Unster, bascuul, weeghaak, knipwaag. Gewestelijk in Zuid-Ndl.
    — Een einsel steken, de gewichtsindeeling op den arm aanbrengen.
    — Het of alles aan den einsel hangen, koopziek zijn (De Bo (1873)).

    Klik op de afbeelding
    2 pesons

    Zie ook zie ook euzzel, neuzel, hurs

    De buurman hing de zak waar het konijn in zat aan de haak van de einsel en riep dan hoeveel die woog.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 11 Jun 2019 14:08
    0 reactie(s)

    Meer...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.