Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente wijzigingen

    De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #25381

    sletsen
    (ww. sletste, gesletst)

    op sletsen rondlopen, met slepende voeten slufferen

    zie ook sleffen, slefferen; verzamellemma kledij

    Hij sletste achter zijn vrouw aan, omdat het wreed tegen zijn goesting was dat hij mee moest.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:56
    1 reactie(s)

    #25382

    opplooien
    (ww., plooide op, opgeplooid)

    (op)vouwen van bvb kledij

    Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen

    zie ook plooien; verzamellemma kledij

    De kleren zijn proper opgeplooid en in de kleerkast gelegd.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:55
    0 reactie(s)

    #25383

    fronsen
    (ww. fronste, gefronst)

    in een kledingstuk kleine plooien aanbrengen

    SN: rimpelen (naaistersterm)

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands fronsels maken aan een kledingstuk

    zie ook verzamellemma kledij

    Smok is een vorm van fronsen.

    Het kleedje is bijna af, de mouwen moeten nog gefronst worden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:55
    2 reactie(s)

    #25384

    kledij
    (verzamellemma)

    De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.

    kledij:
    aanstekers
    baai
    bain de soleil
    badkostuum
    bovenlijfke
    bretellen
    broeksriem
    centuur
    cravat
    debardeur
    duffelcoat
    frak
    frennen
    frulleke
    gilet
    golf
    gordel
    kap
    kaptrui
    kaspoesjeir
    klak
    kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
    knop
    kostuum
    kousen
    k-way
    lits
    manchetknop
    mantel
    marcelleke
    nestels
    neuke
    onderlijfke
    onderpull
    overal
    palto
    pantoffels
    plastron
    pression
    pull
    regenscherm
    rijkoord
    sletsen
    sloefen
    sous-pull
    tailleur
    tallon
    tiret
    veston
    voorschoot

    werkwoorden:
    fronsen
    opplooien
    plooien
    sletsen

    varia:
    avondkledij
    droogkast
    droogkuis
    gele hesjes
    kapstok
    kroon, de ~ ontbloten
    okselvijver
    smink
    tent
    wasmachien

    uitdrukkingen:
    frak, amaai mijne ~
    klak, amai mijn ~
    broek, de ~ dragen
    ene frak en twee schoenen
    Jean met de klak
    klak, er met de ~ naar gooien
    kiekens, de ~ zitten door den draad
    kleedje, in een nieuw ~ steken
    met de klak rondgaan
    nestel, zijnen ~ afdraaien
    sloef, op zijn ~en afkomen
    voorschoot, een ~ groot

    > andere betekenis van kledij

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:55
    2 reactie(s)

    #25385

    voorschoot, een ~ groot
    (uitdr.)

    niet groot, klein, …

    vergelijk postzegel, zo groot als een ~ en zakdoek, een ~ groot

    Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands

    DS2015 standaardtaal

    West-Vlaanderen: schorte, e ~ groot

    zie ook verzamellemma kledij

    Dat terras is amper een voorschoot groot, ge kunt er nog geen tafel zetten.

    Op wereldvlak is België amper een voorschoot groot.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:54
    0 reactie(s)

    #25386

    voorschoot
    (de ~ (m.), ~en)

    Zowel in Vlaanderen als in Nederland is een voorschoot een schort die men voor de ‘schoot’ bindt, bv. in de keuken.
    In Vlaanderen is de voorschoot ook de naam van een kledingstuk, eventueel met korte of lange mouwen, dat heel het lichaam bedekt om de kleren te beschermen. Het wordt vooral gedragen door vrouwen.
    In Nederland wordt dit een ‘jasschort’ genoemd.

    Woordenboek der Nederlandsche Taal:
    voorschoot: vrouwenschort: kleedingstuk dat de vrouw bij het werk draagt om haar kleeren tegen vuil te beschermen, bep. bestaande uit een stuk stof dat met banden om het middel wordt bevestigd en vandaar van voren over den rok neerhangt. In burgerdrachten van vroeger en in regionale drachten ook algemeen als onderdeel van de alledaagsche dracht beschouwd; schort; boezelaar. Nog een gangbare dialectterm in Vlaams-Brabant, Antwerpen, Noord-Brabant en Oost-Vlaanderen. In meerdere dialecten is de r aan den volgenden sch geassimileerd en ontmoet men vormen als vooschoot, veuschoot, vusschoot.
    In dialecten in het Zuiden is het mannelijke geslacht het gangbare.

    Antwerps: verschoet en verschoei (meerv. verschoeien)
    Kempen: veuschoot, veuschoet, veschoot; mv.: veuschoeës, veuschoeën, veuschoeien
    Limburg: scholk
    Lumbutgse Kempen: jassescholk

    zie ook voorschoot, een ~ groot; verzamellemma kledij

    Vroeger moesten meisjes op school altijd een geruiten voorschoot aan.

    Eenen blauwen oft witten lynen voorschoot, Geschiedenis van Antwerpen Brabant, 1300-1450 (uit een inventaris der 16de eeuw). (Middelnederlandsch Woordenboek)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:54
    9 reactie(s)

    #25387

    veston
    (de ~ (m.), -s)

    colbert, meer bepaald de vest van een kostuum

    zie ook verzamellemma kledij

    Klik op de afbeelding
    Grey and navy suit on mannequin
    Bovenste gedeelte van een veston.

    Het is hier zo warm, mag ik mijne veston uitdoen?

    Tuurlijk, hangt uw veston maar aan de kapstok.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:54
    0 reactie(s)

    #25388

    tiret
    (de ~ (v.), ~ten)

    ritssluiting

    < Belgisch-Frans: tirette

    zie ook verzamellemma kledij

    Coil plastic and metal zippers
    Verschillende tiretten

    De tiret van uw broek staat open!

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:52
    1 reactie(s)

    #25389

    tallon
    (de ~ (m.), ~nen, ~s)

    hoge hak

    < Frans: talon (=hak, hiel)

    verouderd in Antwerpen

    West-Vlaanderen: talong(s)

    zie ook verzamellemma kledij

    Emoji u1f460
    Schoen met talonneke

    Deftige kledij gewenst” staat hier, dan zal ik mijn tallonschoenen maar aandoen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:52
    8 reactie(s)

    #25390

    kous
    (de ~ (v.), ~en/kouses)

    “sokken” worden in Vlaanderen ook “kousen” genoemd, voor de rest is het gebruik van het woord hetzelfde als in NL,
    heel korte sokken, de zogenaamde voetsokjes, worden dikwijls “kouskes” genoemd

    (Google “vertaalt” “korte kousen” automatisch in sokken)

    zie ook verzamellemma kledij

    Socken farbig

    Google Shopping-resultaten voor “korte kous…”
    Falke RUN Ergo Sportsokken, Maat: 44/45, Zwart

    “van die kouskes die justekes tot boven de hiel komen”
    “wa is er mis me zo’n kleine kouskes? " (http://www.9lives.be/forum)

    > zie andere betekenis van kous

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:46
    5 reactie(s)

    #25391

    kledij
    (verzamellemma)

    De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.

    kledij:
    aanstekers
    baai
    bain de soleil
    badkostuum
    bovenlijfke
    bretellen
    broeksriem
    centuur
    cravat
    debardeur
    duffelcoat
    frak
    frennen
    frulleke
    gilet
    golf
    gordel
    kap
    kaptrui
    kaspoesjeir
    klak
    kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
    knop
    kostuum
    kousen
    k-way
    lits
    manchetknop
    mantel
    marcelleke
    nestels
    neuke
    onderlijfke
    onderpull
    overal
    palto
    pantoffels
    plastron
    pression
    pull
    regenscherm
    rijkoord
    sletsen
    sloefen
    sous-pull
    tailleur
    tallon
    tiret
    veston
    voorschoot

    werkwoorden:
    fronsen
    opplooien
    plooien
    sletsen

    varia:
    avondkledij
    droogkast
    droogkuis
    gele hesjes
    kapstok
    kroon, de ~ ontbloten
    okselvijver
    smink
    tent
    wasmachien

    uitdrukkingen:
    frak, amaai mijne ~
    klak, amai mijn ~
    broek, de ~ dragen
    ene frak en twee schoenen
    Jean met de klak
    klak, er met de ~ naar gooien
    kiekens, de ~ zitten door den draad
    kleedje, in een nieuw ~ steken
    met de klak rondgaan
    nestel, zijnen ~ afdraaien
    sloef, op zijn ~en afkomen

    > andere betekenis van kledij

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:45
    2 reactie(s)

    #25392

    tailleur
    (zn. m. -s)

    damesensemble bestaande uit een vest en een rok van dezelfde stof

    in Nederland: mantelpak

    zie ook verzamellemma kledij

    Tijdens de plechtige ceremonie droeg ze een sobere tailleur en … netkousen!

    Regio Antwerpen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:45
    1 reactie(s)

    #25393

    kous
    (de ~ (v.), ~en/kouses)

    “sokken” worden in Vlaanderen ook “kousen” genoemd, voor de rest is het gebruik van het woord hetzelfde als in NL,
    heel korte sokken, de zogenaamde voetsokjes, worden dikwijls “kouskes” genoemd

    (Google “vertaalt” “korte kousen” automatisch in sokken)

    Socken farbig

    Google Shopping-resultaten voor “korte kous…”
    Falke RUN Ergo Sportsokken, Maat: 44/45, Zwart

    “van die kouskes die justekes tot boven de hiel komen”
    “wa is er mis me zo’n kleine kouskes? " (http://www.9lives.be/forum)

    > zie andere betekenis van kous

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:45
    5 reactie(s)

    #25394

    tailleur
    (zn. m. -s)

    damesensemble bestaande uit een vest en een rok van dezelfde stof

    in Nederland: mantelpak

    zie ook verzamellemma kledij

    Tijdens de plechtige ceremonie droeg ze een sobere tailleur en … netkousen!

    Regio Antwerpen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:44
    1 reactie(s)

    #25395

    kledij
    (verzamellemma)

    De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.

    kledij:
    aanstekers
    baai
    bain de soleil
    badkostuum
    bovenlijfke
    bretellen
    broeksriem
    centuur
    cravat
    debardeur
    duffelcoat
    frak
    frennen
    frulleke
    gilet
    golf
    gordel
    kap
    kaptrui
    kaspoesjeir
    klak
    kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
    knop
    kostuum
    k-way
    lits
    manchetknop
    mantel
    marcelleke
    nestels
    neuke
    onderlijfke
    onderpull
    overal
    palto
    pantoffels
    plastron
    pression
    pull
    regenscherm
    rijkoord
    sletsen
    sloefen
    sous-pull
    tailleur
    tallon
    tiret
    veston
    voorschoot

    werkwoorden:
    fronsen
    opplooien
    plooien
    sletsen

    varia:
    avondkledij
    droogkast
    droogkuis
    gele hesjes
    kapstok
    kroon, de ~ ontbloten
    okselvijver
    smink
    tent
    wasmachien

    uitdrukkingen:
    frak, amaai mijne ~
    klak, amai mijn ~
    broek, de ~ dragen
    ene frak en twee schoenen
    Jean met de klak
    klak, er met de ~ naar gooien
    kiekens, de ~ zitten door den draad
    kleedje, in een nieuw ~ steken
    met de klak rondgaan
    nestel, zijnen ~ afdraaien
    sloef, op zijn ~en afkomen

    > andere betekenis van kledij

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:44
    2 reactie(s)

    #25396

    onderpull
    (zn. m. -s)

    dunne pull met rolkraag
    een coltrui(tje), een col

    vertaling van het Frans sous-pull

    zie ook verzamellemma kledij

    “In de winter mag men een donkerblauwe, grijze of witte onderpull onder de bloes dragen.” (basischooldedames.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:44
    0 reactie(s)

    #25397

    sous-pull
    (zn. m. -s)

    dunne pull met rolkraag, die meestal onder een ander kledingstuk wordt gedragen

    minder gebruikt: onderpull

    < Frans sous-pull

    zie ook verzamellemma kledij

    Een sous-pull kan men dragen onder een bloes, een golf, een gilet, een tailleur en de veston van een kostuum.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:44
    0 reactie(s)

    #25398

    kledij
    (verzamellemma)

    De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.

    kledij:
    aanstekers
    baai
    bain de soleil
    badkostuum
    bovenlijfke
    bretellen
    broeksriem
    centuur
    cravat
    debardeur
    duffelcoat
    frak
    frennen
    frulleke
    gilet
    golf
    gordel
    kap
    kaptrui
    kaspoesjeir
    klak
    kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
    knop
    kostuum
    k-way
    lits
    manchetknop
    mantel
    marcelleke
    nestels
    neuke
    onderlijfke
    overal
    palto
    pantoffels
    plastron
    pression
    pull
    regenscherm
    rijkoord
    sletsen
    sloefen
    sous-pull
    tailleur
    tallon
    tiret
    veston
    voorschoot

    werkwoorden:
    fronsen
    opplooien
    plooien
    sletsen

    varia:
    avondkledij
    droogkast
    droogkuis
    gele hesjes
    kapstok
    kroon, de ~ ontbloten
    okselvijver
    smink
    tent
    wasmachien

    uitdrukkingen:
    frak, amaai mijne ~
    klak, amai mijn ~
    broek, de ~ dragen
    ene frak en twee schoenen
    Jean met de klak
    klak, er met de ~ naar gooien
    kiekens, de ~ zitten door den draad
    kleedje, in een nieuw ~ steken
    met de klak rondgaan
    nestel, zijnen ~ afdraaien
    sloef, op zijn ~en afkomen

    > andere betekenis van kledij

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:43
    2 reactie(s)

    #25399

    sloef, op zijn ~en afkomen
    (uitdr.)

    heel stillekes afkomen, meestal als men iets nodig heeft of iets moet vragen met omwegen

    VD2014 online: gewestelijk

    zie ook sloef; verzamellemma kledij

    Moeke, zijt gij morgen thuis, hebt gij iets te doen?
    Waarom? Komt ge weer op uw sloefen af? Wat hebt ge weer nodig?

    Ik hoor hem al op zijn sloefen afkomen. Kunde gij mij helpen want ik kan da nie.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:43
    0 reactie(s)

    #25400

    sloef
    (de ~ (m.), ~en)

    pantoffel

    DS2015 standaardtaal

    opm: zowel sloef als pantoffel kunnen ook voor sportschoeisel gebruit worden: turnsloef; turnpantoffel

    zie ook sloefkes; sloef, op zijn ~en afkomen; verzamellemma kledij

    Mijn nieuwe sloefen hebben een schoon geruit motiefke.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:43
    1 reactie(s)

    Meer...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.