Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
een lange broek die te kort is
zie ook: tram, afgereden van de ~, onder de tram gezeten hebben, smirrekes, op ~ lopen
Hij groeit zo rap, die broek is weeral te kort…, er staat water in zijne kelder.
‘water in de kelder hebben staan’. Zou het iets te maken hebben met een mislukte verbouwing? Nattigheid aanvoelen? Nope, hiermee wordt bedoeld dat je ‘hoogwater’ hebt. Oftewel: je broek is te kort. (gidsvoorhetzuiden.nl)iets dat heel duur is
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands, informeel
NL: een rib uit m’n lijf kosten
Huizen, dat is bijna niet meer te betalen. Die kosten stukken van mensen tegenwoordig.
veel geluk hebben, voorspoedig zijn, het goed treffen
NL: met zijn neus in de boter vallen
Hij is met zijn gat in de boter gevallen: van den enen dag op den andere diensthoofd worden, na promotie van de chef.
SN-NL: een brok in de keel
Van Dale online: Belgisch-Nederlands
Tijdens de ontroerende mis kreeg ik een krop in mijn keel.
houden van, liefhebben , beminnen
DS2015 standaardtaal
dit is de enige authentieke uitdrukking in Vlaanderen om liefde uit te drukken; andere uitdrukkingen worden hier als bekakt en onecht ervaren; voor Vlamingen is woordgebruik zoals “Ik heb je lief”, “Ik bemin je”, “Ik hou van je” typisch voor boekskes of liefdesliedjes
zie ook gaarne zien
Schatje, ik zie u graag!
“Als ge wilt dat het iets wordt met haar zult ge toch ne keer moeten zeggen dat ge haar graag ziet.”
“Ziet ge elkander graag? Kus elkander dan, ga ne keer samen onder den douche”
demorgen.be: Nederlandse krant AD brengt ode aan België: “Wij zien u graag”
Hoeveel Nederlanders in een relatie met een Belg zullen er in onzekerheid hebben gezeten door de zin: ‘Ik zie je graag’? (gidsvoorhetzuiden.nl)
gerecht bestaande uit een boulet gevuld met een hardgekookt ei
NL: gehaktbal kiekeboe
Vogelnestjes worden traditioneel geserveerd met tomatensaus.
Mijn moeder paneerde de vogelnestjes altijd, dan hadden ze een krokante korst als ze uit het fritvet kwamen.
Tot voor kort kregen we nog schattige vogelnestjes in bomen te zien wanneer we deze zoekopdracht intikten in Google. Inmiddels zitten we in de Belgische filterbubbel en krijgen we plaatjes van gehaktbal met een hardgekookt ei erin te zien. (gidsvoorhetzuiden.nl)
turnpak voor vrouwen, balletkostuum voor vrouwen
opm: in SN-NL is een maillot een kousenbroek
Hoe was je een maillot het best? – Turnkring Atlas
Ik bleef echter trouw gaan, want mama had al een maillot van de balletschool gekocht. (lunatic.be)
Voor het keurturnen is een maillot verplicht. (sportuna.be)
In Nederland zeggen we: ‘Hoe zit het met …?’
In Vlaanderen zeggen we: ‘Wat met …?’
(gidsvoorhetzuiden.nl)
Wat met de buitenlandse kampen? (scoutsengidsenvlaanderen.be)
Wat met de tijdelijke aanstelling van doorlopende duur (TADD)? (onderwijs.vlaanderen.be)
Wat met de kinderen? (demorgen.be)
Wat met de geboekte zomervakantie? (tijd.be)
niets te danken, graag gedaan
het is niet erg
ook: da’s niks, ‘t is nikske, da’s nikske
Allez, bedankt! – ‘t Is niks!
Hebt ge u pijn gedaan? Och, ’t is niks, een beetje ’t vel af, da’s alles. Kom hier, mama zal er wat moederkeszalf op doen!
In Nederland zeggen we: Het geeft niks
In Vlaanderen zeggen we: ’t is niks
(gidsvoorhetzuiden.nl)
Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.
Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.
Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.
Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.
In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.
zie ook Breda, Spa: vokaalreductie
alfabetische lijst:
‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
dement: VL: dee·ment; NL: de ment
dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
essay: VL: es·sè (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
exo- (bv. exorbitant, exotisch): VL: eG·zoo (G = stemhebbende k); NL: ek·soo
festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
foto: VL: fo·too; NL: foo·too
fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
Jos: VL: zjos; NL: jos
junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
platform: VL: plat·form; NL: plat·form
pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
site: VL: sitte; NL: saajt
Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
Tenerife: VL: té·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang
woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
roomijs
Van Dale 2016 online: BE
zie ook Vlaamse volgorden
seniorennet.be : Ik bereid graag zelf ijsroom -volgens een recept van JEF DAMME -wat een goed resultaat geeft.
Het verkopen en bereiden van ijsroom is geen gereglementeerd beroep. (unizo.be)
Fabrikant van ijsroom
In het Vlaams worden soms dezelfde woorden in een andere volgorde gebruikt vergeleken met het Nederlands. In dit lemma bewaren we een overzicht van deze voor Nederlanders omgekeerde woorden en uitdrukkingen. Verschillende van deze volgorden worden afgekeurd en afgeleerd louter en alleen omwille van het feit dat men ze in Nederland anders oplijst.
Vlaanderen | Nederland | speciallekes & opmerkingen |
---|---|---|
appelsien | sinaasappel | in het West-Vlaams worden (ook) vormen gebruikt met de Nederlandse volgorde, bv. ginappel, seenappel |
blad, steen, schaar (VL) schaar, steen, papier (Antw.-Brussel) |
steen, papier, schaar | |
duimen en vingers aflekken | vingers en duimen aflikken | |
fauna en flora | flora en fauna | |
groenten en fruit | fruit en groenten | |
grootteorde | ordegrootte | |
ijsroom | roomijs | |
loontje komt om zijn boontje | boontje komt om zijn loontje | |
muskaatnoot | nootmuskaat | zie ook kruidnoot |
nko-arts neus-keel-oorarts |
kno-arts keel-neus-oorarts |
|
pief poef paf | pief paf poef | |
scha en schande, met ~ | met schande en schade | scha = scha((d)e), vgl. mede → mee, weder → weer, in stede → in stee, NL lade → la (schuif), … |
vertaler-tolk | tolk-vertaler | |
water en bloed zweten | bloed en tranen zweten | |
water, zweet en bloed | bloed, zweet en tranen | |
weeral | alweer | |
wetens en willens | willens en wetens | |
zeker en vast | vast en zeker |
-
Heel wat woorden worden in Vlaanderen anders uitgesproken dan in Nederland. Dan gaat het niet zozeer over regelgebonden uitspraken zoals de zachte g, maar over woorden zoals pyjama dat in Vlaanderen als pie-zja-ma en in Nederland als pie-jaa-maa uitgesproken wordt. Of over klemtonen zoals bij burgemeester waarbij in Vlaanderen het accent op de eerste lettergreep valt en in Nederland op de derde. Bij leenwoorden hanteert men in Nederland zeer dikwijls een nabootsing volgens de Nederlandse klankwetten van de klanken in de oorspronkelijke taal (meestal Engels of Frans), terwijl de uitspraak in Vlaanderen vervlaamst wordt. Soms wordt in Vlaanderen een Franse uitspraak gehanteerd, dan volgt de uitspraak in Nederland meestal het Engels.
Voor Engelse leenwoorden met korte a is er een afzonderlijk lemma waar deze gevallen ondergebracht kunnen worden.
Het spijtige is dat de Vlaamse media voor deze woorden de Nederlandse uitspraak gebruiken ondanks dat de Vlaamse uitspraak in Vlaanderen zeer algemeen is. Dit is een aanfluiting van de V die voor Vlaams staat in o.a. vrt en VTM.
Wat klemtonen betreft kan voor het West-Vlaams algemeen gesteld worden dat de klemtoon zeer dikwijls op de eerste lettergreep ligt (zoals ook in het nabije(re) Engels), ook en wellicht het meest opmerkelijk bij eigennamen. Bijvoorbeeld, waar een doorsnee Vlaming of Nederlander de naam Stefanie zal uitspreken zoals de Fransen, met de klemtoon op de laatste lettergreep, heet deze vrouw in West-Vlaanderen Stefanie. De West-Vlaamse politieker Vande Lanotte heet in zijn thuisprovincie Vande Lanotte.
In de Vlaamse audiovisuele media, en bij uitstek bij de VRT, verzint men ook dikwijls een zogenaamd correcte uitspraak, die evenwel door Vlamingen noch door Nederlanders wordt gedragen. Deze gevallen worden ook aan dit lemma toegevoegd. Zie bij deze ook het lemma vrt-taal.
zie ook Breda, Spa: vokaalreductie
alfabetische lijst:
‘s anderendaags: VL: san·dren·da(a)gs; NL: san·de·ren·daags
advocaat: VL: ad·vo·kaat; NL: at·fo·kaat
Afrika: VL: a·fri·ka; NL: aa·fri·kaa
Amerika: VL: a·mee·ri·ka; NL: a·mee·ri·kaa
Antarctica (idem Arctica): an·tarc·ti·ca; NL: an·tarc·ti·caa
archipel: VL: ar·chi·pel; NL: ar·chi·pel
asfalt: VL: as·falt; NL: as·falt
azalea: VL: a·za·lee·ja; NL: a·zaa·lee·jaa
badminton: VL: bat·min·ton (fonetisch); NL: bèt·min·ten (Engels)
Belgrado: VL: bel·gra·do; NL: bel·gra·do
Bernard: VL: ber·naar (Frans); NL: bern·(h)art (Engels)
bijna: VL: bij·na(a)/be·na(a) (zie ook bekan); NL: bij·naa
bikini: VL: bi·ki·ni; NL: bi·ki·ni
braderie: VL: bra·de·ri; NL: braa·de·rie
braderij: VL: bra·de·rij; NL: braa·de·rij
buggy: VL: bu·gi (zachte g); NL: bu·Gi (g van Frans ’grand’ of Engels ‘great’)
burgemeester: VL: bur·ge·mees·ter; NL: bur·ge·mees·ter
cacao: VL: ca·ca·oo; NL: ca·caa·oo
carnaval: VL: kar·na·val (Frans); NL: kar·ne·val (Engels); VRT-uitspraak: kar·naa·val
casino: VL: ca·zi·noo; NL: ca·sie·noo (zie ook Vlaamse geslachten)
catalogus: VL: ca·ta·loo·gus (scherpe u; eigenlijk eerder cataloog); NL: ca·taa·lo·chus (doffe u)
chips (patatten): VL: tjips (scherpe i); NL: sjips (doffe i)
cichorei: VL: sjie·ko·rei; NL: sie·cho·rei (± fonetisch)
clitoris: VL: cli·too·ris (beide i’s als in fiets); NL: cli·to·ris (beide i’s als in dik)
compagnie: VL: kom.pa.nie; NL-SN: kom.panj.ie
conciërge: VL: kon·s·jer·zje (± Frans); NL: kon·zjer·zje
coup: VL: koe (Frans); NL: koep (± fonetisch)
dement: VL: dee·ment; NL: de ment
dementie: VL: dee·men·sie; NL: de·men·tsie
detective: VL: de·tek·tie·ve/de·dek·tie·ve (fonetisch); NL: die·tek·tif (Engels)
Doornroosje: VL: doo·rn·roo·sje; NL: doo·rn·roo·sje
doorprikken: VL: door·prik·ken; NL: door·prik·ken
dossier: VL: dos·sier (fonetisch); NL: do·sjee (Frans)
elixir: VL: ee·liek·sier/ee·lieg·zier (Arabisch, ‘g’ uitgesproken als in het Engelse ‘good’); NL: ee·lik·ser (‘lik’ uitgesproken als ‘dik’)
encyclopedie: VL: en·cy·clo·pe·die (fonetisch); NL: aun·cy·clo·pe·die (Frans, de ‘aun’ is nasaal)
energie: VL: e·ner·gie (fonetisch); NL: e·ner·zjie/e·ner·sjie (Frans)
epidemie: VL: ee·pi·dee·mi (korte i); NL: ee·pi·dee·mie (Frans)
essay: VL: es·sè (Frans); NL: es·seej/es·seej (Engels)
Europa: VL: eu·roo·pa; NL: eu·roo·paa
exotisch: VL: eG·zoo·tis (G = stemhebbende k); NL: ek·soo·tis
festival: VL: fest·ti·val; NL: fes·ti·val
flirten: VL: flir·ten (fonetisch); NL: fleur·ten (Engels)
foto: VL: fo·too; NL: foo·too
fotografie: VL: fo·to·gra·fie; NL: foo·too·gra·fie
garantie: VL: ga·ran·tie (Frans; ook ga·ran·sie); NL: ga·ran·tsie
gelijkvloers: VL: ge·lijk·vloers; NL: ge·lijk·vloers
Gerard: VL: zjee·raar (Frans); NL: gee·rart (fonetisch)
gilet: VL: zjie·lee; NL: zjie·lèt
goal: VL: gool (zachte g); NL: Gool (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
golf: VL: golf (zachte g); NL: Golf (g van Frans ‘grand’ of Engels ‘great’)
Google: VL: goe·gel/Goe·Gel (korte oe-klank; G = stemhebbende k); NL: Goe·Gel (lange oe-klank; G = stemhebbende k)
hifi: VL: haai·fi (Brits Engels); NL: haai·faai (Amerikaans Engels)
hostess: VL: hos·tès; NL: hos·tes (Engels)
hygiëne: VL: hy·gjee·ne; NL: hy·gjèè·ne (Frans)
ingewikkeld: VL: in·ge·wik·keld; NL: in·ge·wik·keld
intrige: VL: in·trie·ge (fonetisch); NL: in·trie·zje/in·trie·sje (hypercorrecte uitspraak van intrige met /ž/ -Frans intrigue)
Iran: VL: i·ran; NL: i·raan (zie ook Iranees
Israël: VL: iez·ra·jel (‘i’ als in ‘kiwi’); NL: is·ra·‘el (‘i’ als in ‘dik’)
item: VL: i·tem (korte i, doffe e); NL: aaj·tem (Engels)
jacuzzi: dja·koe·zi/zja·koe·zi; NL: ja·koe·zi
jenever: VL: zje·nee·ver; NL: je·nee·ver (fonetisch)
Jos: VL: zjos; NL: jos
junior: VL: zju·njor (scherpe u); NL: ju·ni·jor (scherpe u en i)
kameleon: VL: ka·mee·lee·jon; NL: ka·mee·lie·jon
kathedraal: VL: ka·tee·draal; NL: kat·te·draal
koala: VL: ko·a·la; NL: koo·aa·laa
Koran: VL: koo·ran; NL: ko·raan
landrover: VL: land·roe·ver; NL: land·ro·ver
lavabo: VL: la·va·boo; NL: la·vaa·boo/la·vaa·boo
Lutgart: VL: lut·gart; NL: lutgart
mammoet: VL: mam·moet; NL: mam·moet
Mercedes: VL: Mèr·ce·dès (scherpe e achteraan; ± Spaans); NL: Mèr·cee·des (doffe e achteraan; ± Engels)
meteen: VL en NL: mè·teen (‘mè’ als in ‘bed’); VL media: me·teen (‘me’ als in ‘der’)
Monaco: VL: Mo·na·coo; NL: Moo·naa·coo
monopoly: VL: mo·no·poo·ly; NL: mo·no(o)·pe·ly (Engels)
namiddag: VL: na·mid·dag; NL: na·mid·dag
nasi (goreng): VL: naa·zi; NL: na·si
Nieuwjaar: VL: nieuw·jaar; NL: nieuw·jaar
Nobelprijs: VL: No·bel·prijs; NL: No·bèl·prijs
nostalgie: VL: nos·tal·gie (fonetisch); NL: nos·tal·zjie/nos·tal·sjie (Frans)
nylon: VL: ni·lon / nij·lon (Frans / vervlaamst); NL: naaj·lon (Engels)
omwenteling: VL: om·wen·te·ling; NL: om·wen·te·ling
onderhoud: VL: on·der·houd; NL: on·der·houd
Oostende: VL: os·ten·de; NL: oost en·de
pallet: VL: pa·lèt; NL: pèl·let (Engels)
pandemie: VL: pan·dee·mi (korte i); NL: pan·dee·mie (Frans)
parameter: VL: pa·ra·mee·ter; NL: pa·raa·m?·ter
parfum: VL: par·fui (Frans, de ‘ui’ is nasaal); NL: par·fum (fonetisch)
passagier: VL: pas·sa·gier (fonetisch); NL: pas·sa·zjier/pas·sa·sjier
pedalo: VL: pee·da·loo; NL: pee·daa·loo
per: VL: ‘per’ als ‘der’; NL: ‘per’ als ‘ver’
percent: VL: per·cent (‘per’ als ‘der’); NL: per·cent (‘per’ als ‘ver’)
per se: VL: per see (‘per’ als ‘der’); NL: pèr see (Latijn, ‘pèr’ als ‘ver’)
pikken: VL: pi·ken (scherpe i); NL: p?·ken (doffe i)
pissen: VL: pi·sen (scherpe i); NL: p?·sen (doffe i)
pistolet: VL: pis·to·lee; NL: pis·to·lèt
platform: VL: plat·form; NL: plat·form
pointe: VL: pwèèn·te; NL: pwan·te
pyjama: VL: pi·zja·ma; NL: pie·jaa·maa
reclame: VL: ree·claa·me (echter dikwijls reklam, wél met een doffe e); NL: re·claa·me (beide e’s zijn dof)
record: VL: re·kort (fonetisch); NL: ree·koor (Frans)
recital: VL: re·si·tal (scherpe i, Frans); NL: rie·saaj·tel (Engels)
reportage: VL: ree·por·taa·zje; NL: re·por·taa·sje (beide e’s zijn dof)
reünie: VL: ree·ju·nie; NL: ree·u·nie (Franse klemtoon)
Robert: VL: ro·beir (Frans); NL: ro(o)·bert (Engels)
robot: VL: ro·bot; NL: roo·bot
rondpunt: VL: rond·punt; NL: rond·punt
Roodkapje: VL: rood·kap·je; NL: rood·kap·je
salami: VL: sa·la·mi; NL: sa·laa·mi
sceptisch: VL: sep·ties; NL: skep·ties
service: VL: ser·vis (scherpe i, Frans); NL: seur·vis (doffe i, Engels)
site: VL: sitte; NL: saajt
Sneeuwwitje: VL: sneeuw·wi·tje; NL: sneeuw·wit·je
stadhuis: VL: sta·tuis; NL: stad·huis
steak: VL: stek/stik (Frans); NL: steek (Engels)
super, hyper: VL én NL: su·per, hy·per; VL media: sup·per, hip·per
tabak: VL: ta·bak (zie ook toebak); NL: ta·bak (Frans)
tarmac: VL: tar·mac; SN: tar·mac
Tenerife: VL: té·ne·rif ; NL: tee·nee·rif (korte, scherpe i); VRT-uitspraak: tee·nee·rie·fee
tenzij: VL: ten·zij (‘e’ als in ‘der’, komt van "’t en zij’); NL: ten·zij, ten·zij (‘e’ in beide varianten als in ‘bed’)
terras: VL: tèr·ras; NL: te ras
tic: VL: tik (scherpe i, zie ook tic nerveux); NL: tik (doffe i)
ticket: VL: tie·kèt (Frans); NL: tik·ket (Engels)
trainen: VL: trei·nen; NL: treej·nen (Engels)
urgent: VL: ur·gent (scherpe u); NL: ur·gent (doffe u)
vanille: VL: va·nie·le (fonetisch); NL: va·nie·je (Frans)
verkoop: VL: ver·koop; NL: vér·koop (tegen alle regels in)
virus: VL: vi·rus (scherpe korte i, scherpe korte u); NL: vie·res (lange i, doffe e)
voormiddag: VL: voor·mid·dag; NL: voor·mid·dag
vrijgezel: VL: vrij·ge·zel; NL: vrij·ge·zel
werkloos: VL: werk·loos; NL: werk·loos
werkloosheid: VL: werk·loos·heid; NL: werk·loos·heid
werknemer: VL: werk·nee·mer; NL: werk·nee·mer
wodka: VL: vod·ka (Slavisch, de ‘d’ is eerder stemhebbend); NL: wot·kaa (de ‘t’ is stemloos)
yoghurt: VL: joe·choert (soms joe·goert; ± Turks); NL: jo·chert, jo·ggert (fonetisch)
YouTube: VL: joe·toep; NL: joew·tsjoewp
zone: VL: zoo·ne; NL: zoa·ne (Frans)
zonsondergang: VL: zon·zon·der·gang; NL: zons·on·der·gang
zonsopgang: VL: zon·zop·gang; NL: zons·op·gang
woorden op —ist/—isme/—isch: VL: —ist/—isme/—isch (‘i’ als in ‘fiets’); NL: —?st/—?sme/—?sch (‘i’ als in ‘dik’)
woorden op —tie: VL: —sie; NL: —tsie
woorden op —tje/—dje: VL: —tje (de t- en j-klanken komen samen zoals in ‘checken’); NL: —t·je (de t- en j-klanken worden apart uitgesproken)
woorden met —ci— of —ti— (bv. ‘officieel’, ‘politioneel’): VL: —s·j— (de s- en j-klanken worden apart uitgesproken); NL: —sj—, —tsj— (de s- en j-klanken komen samen zoals in ‘sjaal’ of ‘checken’)
woorden met dis—: VL: dis— (‘i’ als in ‘fiets’); NL: d?s— (‘i’ als in ‘dik’)
woorden op —achtig: VL: klemtoon op woord zelf; NL: klemtoon op achtig en adempauze tussen woord en achtig → bv. VL: ze·nu·wach·tig; NL: ze·nuw acht·ig
Hier kunnen woorden alfabetisch opgelijst worden die:
- in het Vlaams een ander geslacht hebben dan in het SN
- waar er binnen Vlaanderen verschillen zijn in het gebruik van het geslacht
- waar er discussie is over het geslacht … der engelen ;) (engelen, het geslacht der ~)
woord | Vlaanderen | Nederland | speciallekes & opmerkingen |
---|---|---|---|
abces | m. | o. | v. in Antwerpen |
accordeon | m. | o. | |
account | m. | o. | |
affiche | v. | o. | |
afval | m. | o. | |
album | m. | o. | |
algoritme | o. | m./v./o. | zie ook logaritme |
angst | v. | m. | |
aperitief | m. | o. | |
asfalt | m. | o. | |
atelier | m. | o. | |
(auto)bus | m. | m. | v. in Antwerpen |
bassin | m. | o. | |
beton | m. | o. | |
blog | m. | o. | |
blok | m. | o. | |
boek | m. | o. | |
bos (bomen) | o. | o. | m. in West-/Oost-Vlaanderen |
broodrooster | m. | o. | |
bulletin | m. | o. | |
bureau | m. | o. | |
bureel | m. | o. | |
cadeau | m. | o. | |
café | m./o. | o. | |
casino | m. | o. | zie ook Vlaamse uitspraak |
cement | m. | o. | |
code | v. | m. | foutieve geslachtstoewijzing van de woordenboekmakers: ‘code’ is een verkorte vorm van ‘codex’, dat wel mannelijk is, maar dat maakt de code nog niet mannelijk |
combo | v. | o. | |
commentaar | m. | o. | |
decolleté | m. | o. | |
decor | m. | o. | |
deeg | m. | o. | |
defilé | m. | o. | zie ook den defilé |
deken | o. | m./v. | v. in Antwerpen |
deksel | o. | m. | |
denim | m. | o. | |
dessert | m. | o. | |
diner | m. | o. | |
doolhof | m. | o. | |
dossier | m./o. | o. | |
dok | m./v./o. | o. | v. in Antwerpen en de Kempen, m. in Mechelen en Oost-Vlaanderen, elders o. |
eigendom | m. | o. | |
fiche | v. | o. | |
filter | m. | o. | |
flatscreen | m. | o. | |
frituur | v. | v. | schijnbaar onzijdig in Vlaanderen door grammatica: gereduceerd lidwoord |
fysiek | m. | o. | |
gas | v. | o. | |
getuigenis | v. | o. | |
gilet | m. | o. | v. in Antwerpen-stad |
hoen | v. | o. | |
hof | m. | o. | |
home | m./o. | m. | voornamelijk m. |
horloge | o. | o. | v. in Antwerpen zie ook uurwerk |
hypo | m. | o. | |
ID | m. | o. | |
idee | o. | m./o. | zie ook gedacht |
kaart | v. | m./v. | |
kast | v. | m. | |
kader | m. | o. | zie Van Dale |
kapsalon | o. | m. | idem voor ‘salon’ |
kat | v. | m. | kater en kattin zijn respectievelijk m. en v. |
kleur | o. | m./v. | |
koffer | m. | m. | o. in Antwerpen |
kroost | m. | o. | |
koord | v. | o. | |
lek | o. | o. | m. in Antwerpen |
level | m. | o. | |
logaritme | o. | m./v. | |
marsepein | m. | m./o. | |
matras | v./m. | o. | voornamelijk v. “In het Nederlands is matras van oorsprong een de-woord. Tegenwoordig komt matras, met name in Nederland, ook als het-woord voor. In België wordt matras voornamelijk als de-woord gebruikt; in Nederland is zowel de matras als het matras gangbaar.” (taaladvies.net) |
menu | m. | o. | |
moment | m. | o. | |
mozaïek | m. | o. | |
muziek | m. | v. | |
nest | m. | o. | |
nummer | m. | o. | |
omslag | m. | o. | |
oog oor |
o./v. | o. | v. voornamelijk nog in vaste uitdrukkingen (zie iets of iemand in d’oog houden + commentaren aldaar) |
ogenblik | m. | o. | |
order | m./o. | m./v./o. | voornamelijk o., m. komt maar raarder voor |
orkaan | m. | m. | o. in Antwerpen, v. in de Antwerpse Kempen (zie reacties) |
overschot | m. | o. | |
percent | m. | o. | |
plafond | m. | o. | zie ook plafon, blafon |
plein | o. | o. | v. in Antwerpen |
prikkeldraad | m. | o. | nonsensicale geslachtstoewijzing in NL, want gewoon ‘draad’ is er wel m. zie ook pinnekesdraad/stekkerdraad |
proza | v. | o. | |
punt (leesteken) | o. | m./v. | |
raam | m./v./o. | o. | |
reden | v. | m. | |
riool | v. | o. | |
rit | v. | m. | |
salon | o. | m. | idem voor ‘kapsalon’ |
schilderij | o. | o. | v. in Antwerpen, Vlaams-Brabant |
t-shirt | m. | o. | v. in de Kempen |
tafel | m./v. | m./v. | m. in West- en Oost-Vlaanderen; v. in Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg |
tarmac | m. | o. | zie ook Vlaamse uitspraak |
techniek | m. | v. | |
tenue | m. | o. | |
tennis | m. | o. | |
terras | o. | o. | v./m. in West- en Oost-Vlaanderen |
thuis | m. | o. | |
transport | m. | o. | |
trottoir | m. | o. | |
venster | v. | o. | |
vest | v. | o. (kledij) m./v. (stadsgracht) |
|
villa | v. | m./v. | |
voetbal + andere balsporten | m. | o. | |
zand | o. | o. | m. in Limburg |
zie ook:
- de, ’t, over de versus ’t
- grammatica: gereduceerd lidwoord (+ link naar lijst van Grytolle)
- straat, t straat
De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.
kledij:
aanstekers
baai
bain de soleil
badkostuum
blokken
botten
bottinen
bovenlijfke
bretellen
broeksriem
centuur
cravat
debardeur
duffelcoat
frak
frennen
frulleke
gilet
golf
gordel
kap
kaptrui
kaspoesjeir
kepie
klak
kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
kloef
kloon
knop
kostuum
kousen
k-way
lits
manchetknop
mantel
marcelleke
nestels
neuke
onderlijfke
onderpull
overal
palto
pantoffels
pelse frak
pitteleir
plastron
pots
pression
pull
regenscherm
rijkoord
sacoche
sjerp
sletsen
sloefen
sous-pull
swieter
tailleur
tallon
tenue
tiret
vellen frak
vest
veston
voorschoot
vriezebroek
zot
werkwoorden:
fronsen
opplooien
plooien
sletsen
tailleren
varia:
afgeborsteld
avondkledij
coupe regentes
droogkast
droogkuis
gele hesjes
hiel
kapstok
mottenbol
okselvijver
smink
solden
tent
wasmachien
uitdrukkingen:
broek, de ~ dragen
ene frak en twee schoenen
frak, amaai mijne ~
Jean met de klak
kiekens, de ~ zitten door den draad
klak, amai mijn ~
klak, er met de ~ naar gooien
kleedje, in een nieuw ~ steken
klonen, de ~ van iets aanhebben
kroon, de ~ ontbloten
met de klak rondgaan
nestel, zijnen ~ afdraaien
sloef, op zijn ~en afkomen
uit een doosje komen
voorschoot, een ~ groot
> andere betekenis van kledij
uitrusting, kleding voor bepaalde doeleinden of gelegenheden
bv. koerstenue, danstenue
zie ook verzamellemma kledij; Vlaamse geslachten
Hij was helemaal in tenue gestoken om met de wielerliefhebbers op pad te gaan.
Wat voor nen tenue hebt ge nu aan? Gaat ge diepzeeduiken ofzo?
In het Vlaams worden soms dezelfde woorden in een andere volgorde gebruikt vergeleken met het Nederlands. In dit lemma bewaren we een overzicht van deze voor Nederlanders omgekeerde woorden en uitdrukkingen. Verschillende van deze volgorden worden afgekeurd en afgeleerd louter en alleen omwille van het feit dat men ze in Nederland anders oplijst.
Vlaanderen | Nederland | speciallekes & opmerkingen |
---|---|---|
appelsien | sinaasappel | in het West-Vlaams worden (ook) vormen gebruikt met de Nederlandse volgorde, bv. ginappel, seenappel |
blad, steen, schaar (VL) schaar, steen, papier (Antw.-Brussel) |
steen, papier, schaar | |
duimen en vingers aflekken | vingers en duimen aflikken | |
fauna en flora | flora en fauna | |
groenten en fruit | fruit en groenten | |
grootteorde | ordegrootte | |
loontje komt om zijn boontje | boontje komt om zijn loontje | |
muskaatnoot | nootmuskaat | zie ook kruidnoot |
nko-arts neus-keel-oorarts |
kno-arts keel-neus-oorarts |
|
pief poef paf | pief paf poef | |
scha en schande, met ~ | met schande en schade | scha = scha((d)e), vgl. mede → mee, weder → weer, in stede → in stee, NL lade → la (schuif), … |
vertaler-tolk | tolk-vertaler | |
water en bloed zweten | bloed en tranen zweten | |
water, zweet en bloed | bloed, zweet en tranen | |
weeral | alweer | |
wetens en willens | willens en wetens | |
zeker en vast | vast en zeker |
-
standaardtaal in België: vertaler-tolk
DS2015 standaardtaal
standaardtaal in Nederland: tolk-vertaler
zie ook Vlaamse volgorden
Zij heeft haar diploma vertaler-tolk op zak.
“Hoewel ze geen taalgevoel had, was het haar droom om ooit vertaler-tolk te worden. (standaardtaal in België)” Taaladvies.net
In het Vlaams worden soms dezelfde woorden in een andere volgorde gebruikt vergeleken met het Nederlands. In dit lemma bewaren we een overzicht van deze voor Nederlanders omgekeerde woorden en uitdrukkingen. Verschillende van deze volgorden worden afgekeurd en afgeleerd louter en alleen omwille van het feit dat men ze in Nederland anders oplijst.
Vlaanderen | Nederland | speciallekes & opmerkingen |
---|---|---|
appelsien | sinaasappel | in het West-Vlaams worden (ook) vormen gebruikt met de Nederlandse volgorde, bv. ginappel, seenappel |
blad, steen, schaar (VL) schaar, steen, papier (Antw.-Brussel) |
steen, papier, schaar | |
duimen en vingers aflekken | vingers en duimen aflikken | |
fauna en flora | flora en fauna | |
groenten en fruit | fruit en groenten | |
grootteorde | ordegrootte | |
loontje komt om zijn boontje | boontje komt om zijn loontje | |
muskaatnoot | nootmuskaat | zie ook kruidnoot |
nko-arts neus-keel-oorarts |
kno-arts keel-neus-oorarts |
|
pief poef paf | pief paf poef | |
scha en schande, met ~ | met schande en schade | scha = scha((d)e), vgl. mede → mee, weder → weer, in stede → in stee, NL lade → la (schuif), … |
water en bloed zweten | bloed en tranen zweten | |
water, zweet en bloed | bloed, zweet en tranen | |
weeral | alweer | |
wetens en willens | willens en wetens | |
zeker en vast | vast en zeker |
-
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.