Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek.
Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed
snoep
smokkelen: (ww) snoepen vgl. sneukelen
“Gaan we smokkel kopen, ik heb goeste naar/op/in (= trek in) een pakske zuur?” “Nee, we mogen niet smokkelen. ’t Is vasten.”
mogelijk, waarschijnlijk
“Hij is er nu nóg niet. Hij moest hier al een uur zijn.” “Hij is g(e)heel zeker verloren gereden.”
zin, trek, lust, smaak
zie ook: goesting, goestendoender
< Oudfrans: goust
“Het is onmogelijk iedereens goeste te doen.” (De Bo)
Ek ze goeste. Elk zijn eigen smaak.
“Ik heb goeste naar/op een wafel.” “Ge zult er u moeten bakken.”(Denderstreek)
“Morgen begint ’t school. Maar hij heeft er precies niet veel goeste in.” (Denderstereek)
1) plaats/putje in of bij de mestvaalt om het percolaat van de mest op te vangen
2) dat percolaat zelf
“Pas op, als ge de stal uittrekt (= het stro ververst), da-je niet in de mestpoel valt. We zouden hem moeten uitbuizen: hij loopt in één genade (= gedurig) over.”
“Vraag aan de boer eens een wat (= wat) mestpoel voor bij de rozen.”
1) plaats/putje in of bij de mestvaalt om het percolaat van de mest op te vangen
2) dat percolaat zelf
“Pas op, als ge de stal uittrekt (= het stro ververst), da-je niet in de mestpoel valt. We zouden hem moeten uitbuizen: hij loopt in één genade (= gedurig) over.”
“Vraag aan de boer eens wat mestpoel voor bij de rozen.”
constructie om
- in de derde persoon: aan te geven dat iemand is vertrokken om de in de infinitief genoemde activiteit uit te oefenen;
- in de eerste persoon: aan te geven dat iemand aanstalten maakt om te vertrekken om die activiteit uit te oefenen.
“Waar is vaken?” “Vaken is werken.”
“Ik ben slapen. Ga-je zélf de wekker zetten?”
lolly
“Ik heb vandaag mijn pree gekregen, maar mee tweeë frank doe-je niet veel niet meer. Vroeger ho-je d’r nog tweeë zure stampers veur. Maar ne muilentrekker (= zeer zure lolly) kost al vijf frank.”
snoep
smokkelen: (ww) snoepen vgl. sneukelen
“Gaan we smokkel kopen, ik heb goeste in een pakske zuur?” “Nee, we mogen niet smokkelen. ’t Is vasten.”
gat op vloerhoogte in de buitenmuur van het schotelhuis, om afvalwater te lozen
“Leg de steen voor ’t mozegat. Er zat gisteren een puit (= kikker) binnen.”
gemetseld verhoog (bank) tegen de muur van het schotelhuis, waarop het vaatwerk staat
“Ga eens een aker (= emmer) water halen. En zet hem in ’t schotelhuis op de burrebank.”
gat op vloerhoogte in de buitenmuur van het schotelhuis, om afvalwater te lozen
“Leg de steen voor ’t mozegat. Er zat gisteren een puit (= kikker) binnen.”
gemetseld verhoog (bank) tegen de muur van het schotelhuis, waarop het vaatwerk staat
“Ga eens een aker (= emmer) water halen. En zet hem in ’t schotelhuis op de burrebank.”
gemetseld verhoog (bank) tegen de muur van het schotelhuis waarop het vaatwerk staat
“Ga eens een aker (= emmer) water halen. En zet hem in ’t schotelhuis op de burrebank.”
Gat op vloerhoogte in de buitenmuur van het schotelhuis, om afvalwater te lozen
“Leg de steen voor ’t mozegat. Er zat gisteren een puit (= kikker) binnen.”
houtduif (Columba palumbus)
“Ze zijn hier komen schieten, mannen van ’t Antwerpse, een g(e)helen dag. Ge moet eens g(e)raaien (= raden) waarmee dat ze vertrokken zijn: vijf stokduiven en nen hennen (= gaai).”
mogelijk, waarschijnlijk
“Hij is er nu nóg niet. Hij moest hier al een uur zijn.” “Hij is g(e)heel zeker verloren gereden.”
houtduif (Columba palumbus)
“Ze zijn hier komen schieten, mannen van ’t Antwerpse, een g(e)helen dag. Ge moet eens g(e)raaien (= raden) waarmee dat ze vertrokken zijn: vijf stokduiven en een hennen (= gaai).”
snoep
smokkelen: (ww) snoepen vgl. sneukelen
“Gaan we smokkel kopen, ik heb goeste in een pakske zuur?” “Nee, we mogen niet smokkelen. ’t Is vasten.”
lolly
“Ik heb vandaag mijn pree gekregen, maar mee tweeë frank doe-je niet veel niet meer. Vroeger ho-je d’r nog tweeë zure stampers veur. Maar ne muilentrekker (= zeer zure lolly) kost al vijf frank.”
mogelijk, waarschijnlijk
“Hij is er nu nóg niet. Hij moest hier al een uur zijn.” “Hij is geheel zeker verloren gereden.”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.