Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    Recente wijzigingen

    De onderstaande definities zijn de laatst gewijzigde definities van Vlaamse termen in ons woordenboek. Deze lijst is ook beschikbaar als RSS Feed RSS

    #103281

    drits, op den ~ zijn
    (vaste woordgroep)

    op stap zijn, schok, op ~ zijn

    Den Dree en de Frakke zijn al twee dagen op den drits, er zal een vlieg aan de lamp zitten eens dat die weer thuis zijn. (Zie lamp, er zit een vlieg aan de ~).

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 07:14
    0 reactie(s)

    #103282

    voorbijschieveren
    (ww., schieverde voorbij, voorbijgeschieverd)

    zeer snel voorbij komen
    SN: voorbijschieten

    < schijveren, uitspraak in West-Vlaanderen schiiveren; bij Kiliaan schijven, schuyven: propolvere
    WNT: ww. Waarschijnlijk van Schijf. Gewestelijk in Z.-Ndl.
    1. Snel doen ronddraaien, snel ronddraaien
    “Al wat op eene pinne rust of draait, kan men schijveren met het op kant hevig voort te stooten”, De Bo (1873).
    “De aarde schijvert rond de zon”, De Bo
    2. Met kracht werpen, niet noodzakelijk met de gedachte aan het geven van een draaiende beweging.
    — Zijn muts naar de maan schijveren, iets onmogelijks willen doen (De Bo).

    Ik stond op het punt de straat te dwarsen toen een sportwagen aan een razende snelheid voorbij schieverde.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 07:13
    0 reactie(s)

    #103283

    insijpeling
    (zn. v.: ~en)

    het door sijpelen binnendringen, het insijpelen
    SN: infiltratie

    Niet in VD2014 online, wel insijpelen
    google: 5x meer in .BE dan in .NL

    natuurpuntwal.be: Tevens vrezen wij voor insijpeling van olie in het natuurgebied het Groot Rietveld.

    Een lekkende goot kan tot insijpeling van water leiden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 07:08
    0 reactie(s)

    #103284

    tuiser
    (de ~, ~s, m zst nw)

    veehandelaar die meestal gespecialiseerd was in paarden, daarom zei men ook dikwijls “paardentuiser”.

    Uitspraak: korte /ui/, er zijn nogal wat uitspraakvarianten

    Ook als bijnamen: den tuis, die van den tuis,
    Jef, de zoon van Sooi den tuis

    In die familie was alleman bezig met beesten, de vader was nen tuiser en er waren ook twee nonkels die pegger waren en vooral in kalver deden.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 07:07
    0 reactie(s)

    #103285

    boemlala
    (de ~, m zst. nw geen meerv.)

    De “boemlala” is in feite een geïmproviseerd slaginstrument en was al veel langer populair in cafés en op familiefeesten. Het apparaat bestond meestal uit een grote pollepel, een paar vaatdoeken en een deksel van een kookpot. De bespeler bindt de vaatdoek rond de knieën en steekt de pollepel erdoor, met de bolle kant naar zijn buik gericht. Nu wordt het doek met die pollepel een beetje opgewonden en het deksel wordt voor de buik gehouden. Als de “muzikant” door zijn knieën zakt en ze naar de buitenkant beweegt, dan slaat de pollepel “boem” tegen het deksel. Brengt hij de knieën terug bij mekaar dan gaat de pollepel van de “cymbaal” weg, klaar voor een volgende “boem”. (beschrijving www.wreed-en-plezant.be)

    Jef ge moet naar huis toe gaan a vrake die is ziek. (bis)
    Is ze ziek? Laat ze ziek, dat ze maar rap genezen is.
    En Jef ging niet naar huis,
    en Jef ging niet naar huis want:

    REFREIN: Jef speelde liever op den boemlala den boemlala den boemlala Jef speelde liever op den boemlala den boemlala


    (De Kadullen)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 06:59
    0 reactie(s)

    #103286

    kulbatist
    (de ~ ~en m znw)

    praatjesmaker, onbetrouwbaar en belachelijk persoon (verouderd woord)
    Misschien afkomstig van FR “culbuter” (tuimelen, buitelen, overkop gaan) en “artiest”. Een kulbatist zou dan een kermis- of circusclown kunnen zijn.

    Naar die vent moet ge niet luisteren, dat is een echte kulbatist die zomaar wat zegt.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 06:53
    3 reactie(s)

    #103287

    duivenmelker
    (de ~, (m.), ~s)

    persoon die de duivensport beoefent

    Meer googlehits in BE (42300) dan in NL (26800)

    WNT:
    Gelijk de Vlaamsche duiven der Gentsche duivenmelkers zoo dikwijls doen, Het Volksbelang v. 26 Juni 1909.

    Duivenmelker uit Vorselaar sterft na val uit balkon in Thailand (gva.be)

    De duivenmelker staat op zijn duivenkot te wachten tot zijn duiven binnenvliegen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 06:16
    2 reactie(s)

    #103288

    klieven
    (ww. kliefde, gekliefd)

    splijten, kloven

    VRTtaal.net: In Belgisch-Nederlands wordt klieven ook in de zin van kloven gebruikt. Het wordt sterk vervoegd: klieven, kloof, gekloven.

    De vervoeging kloof, gekloven wordt misschien ook wel gebruikt, maar ik denk dat in VL eerder zwak vervoegd wordt zoals bij de andere betekenis van klieven: De zeilboot kliefde door de golven.

    WNT: Mnl. clieven was een sterk ww.; sinds de tweede helft der 16de e. komt naast de sterke een zwakke vervoeging voor (wellicht onder invloed van het gelijkbeteekenende ww. Klooven), die in N.-Nederl. sedert de 18de e. alleen in gebruik is, terwijl in Z.-Nederl. de sterke tot heden is gehandhaafd

    Ik heb heel het weekend hout gekliefd en nu voel ik mijne rug en mijn armen niet meer.

    Zoals het woord zegt klieft een diamantkliever diamanten. Het is een stiel apart.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 06:14
    2 reactie(s)

    #103289

    stamlokaal
    (het ~, ~kalen)

    stamcafé

    VD2014 online: Belgisch-Nederlands

    ‘De Zalm’ is het stamlokaal van de duivenmelkers.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:58
    0 reactie(s)

    #103290

    gang
    (bijwoord)

    rap, gauw, snel

    Hij is al een uur geleden vertrokken, maar hij zal al gang weer hier zijn. (gehoord in Ruiselede)

    Regio Brugs Ommeland
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:50
    0 reactie(s)

    #103291

    papier, grauw ~
    (vaste woordgroep)

    inpakpapier
    uitspraak in de Antwerpse Kempen: /graaw papier/ of /graa papier/, ook /graad papier/

    Losse ijzerwaren zoals nagels en vijzen werden vroeger altijd in een grauw papierke verpakt. Zie vijs

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:49
    0 reactie(s)

    #103292

    diamantklieven
    (ww. kliefde diamant, diamantgekliefd)

    het klieven of splijten van de diamantstenen

    vervoeging ook: ook kloof diamant, diamantgekloven

    zie ook klieven, diamantkliever

    Zo komt Herbert Flack de edele kunst van het diamantklieven van tekst en uitleg voorzien en mag de Amerikaanse ambassadeur Howard Gutman vragen over zijn thuisland komen stellen. (DMorgen.be – De Klas van Frieda)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:45
    0 reactie(s)

    #103293

    diamantkliever
    (de ~, (m.), ~s)

    persoon die de voorgetekende diamant klieft alvorens het steentje verder wordt bewerkt
    kortweg kliever

    NL: diamantklover

    zie ook diamantklieven, klieven
    vgl snijder, briljanteerder, kruiswerker, briljanteerwerk, kruiswerk

    Mijn zuster tekende de diamanten alvorens de stenen naar de klievers ging.

    Vele diamantklievers zijn gestart met een leercontract in de diamantslijperij.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:40
    3 reactie(s)

    #103294

    kruiswerker
    (de ~, (m.), ~s)

    Persoon die na het snijden de diamant opzet voor het kruiswerk. Dit gebeurt op de diamantschijf die bewerkt is met boord (diamantpoeder).
    In de eerste fase worden op het bovenste deel (de kroon) en de onderkant (het paviljoen) van de diamant telkens 4 acetten geslepen. Op die manier ontstaat het kruiswerk.

    vgl diamantkliever, briljanteerder, snijder

    Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming organiseert secundair onderwijs voor volwassenen: Opleiding
    Kruiswerker.

    De kruiswerker voert het benodigde kruiswerk uit van zowel
    ronde als van verschillende andere fantasievormen. Dit vormt de basis voor de volgende stap: het briljanteerwerk.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:37
    1 reactie(s)

    #103295

    kruiswerker
    (de ~, (m.), ~s)

    Persoon die na het snijden de diamant opzet voor het kruiswerk. Dit gebeurt op de diamantschijf die bewerkt is met boord (diamantpoeder).
    In de eerste fase worden op het bovenste deel (de kroon) en de onderkant (het paviljoen) van de diamant telkens 4 acetten geslepen. Op die manier ontstaat het kruiswerk.

    vgl diamantkliever, briljanteerder, snijder

    Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming organiseert secundair onderwijs voor volwassenen: Opleiding
    Kruiswerker.

    De kruiswerker voert het benodigde kruiswerk uit van zowel
    ronde als van verschillende andere fantasievormen Dit vormt de basis voor de volgende stap: het briljanteerwerk.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:37
    1 reactie(s)

    #103296

    briljanteerder
    (de ~, (m.), ~s)

    Persoon die de finale afwerking van de diamant uitvoert.

    In de eerste fase wordt de diamant in 4 facetten geslepen: = het kruiswerk.
    In een tweede fase wordt er ‘gebriljanteerd’. Dit is het nauwkeurig slijpen van de andere facetten op de ribben van het kruiswerk. Elk facet moet onder de juiste hoek geslepen worden om een diamant zijn schittering mee te geven.
    De diamant wordt steeds weer onder andere hoeken op de draaischijf geplaatst en zo ontstaat dan de definitieve slijpvorm bijv. een briljant, een diamant in ronde vorm, geslepen in 57 facetten

    zie ook diamantkliever, snijder, kruiswerker

    SN: briljantsnijder

    De briljanteerder brengt het briljanteerwerk aan van zowel ronde als verschillende fantasiemodellen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:36
    1 reactie(s)

    #103297

    briljanteerwerk
    (het ~, geen mv.)

    het briljanteren in 57 facetten van een diamant

    zie ook diamantkliever, snijder, briljanteerder, kruiswerker

    Het kruiswerk vormt de basis voor het briljanteerwerk.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:33
    0 reactie(s)

    #103298

    briljanteerwerk
    (het ~, geen mv.)

    het briljanteren in 57 facetten van een diamant

    zie ook diamantkliever, snijder, briljanteerder, kruiswerker

    Het kruiswerk vormt de basis voor het briljanteerwerk.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:27
    0 reactie(s)

    #103299

    briljanteerwerk
    (het ~, geen mv.)

    het briljanteren in 57 facetten van een diamant

    Het kruiswerk vormt de basis voor het briljanteerwerk.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:26
    0 reactie(s)

    #103300

    kruiswerk
    (het ~, geen mv.)

    de diamant die in 4 facetten geslepen is en dient als basis voor het briljanteerwerk

    zie ook diamantkliever, snijder

    De kruiswerker brengt het kruiswerk aan op de diamant alvorens deze naar de briljanteerder gaat.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 27 Feb 2014 05:24
    0 reactie(s)

    Meer...

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.