Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
De beschrijving van deze term werd 14 keer aangepast.
1) vervelend, hinderend, irritant
2) geïrriteerd
ook embetant
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik, embetanterik
1) Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
1) ’t Is embêtant ’k en weet niet hoe (mechelenblogt.be)
2) Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
1) vervelend, hinderend, irritant
2) geïrriteerd
ook embetant
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik
1) Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
1) ’t Is embêtant ’k en weet niet hoe (mechelenblogt.be)
2) Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
1) vervelend, hinderend, irritant
2) geïrriteerd
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik
1) Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
2) Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
vervelend, hinderend, irritant
ook: geïrriteerd
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
vgl. ambetanterik
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
vervelend, hinderend, irritant
ook: geïrriteerd
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vgl. ambetanterik
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
vervelend, hinderend, irritant
ook: geïrriteerd
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
vnw:
-vervelend, naar, lastig, hinderlijk
-ontstemd, verstoord, kregel
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
vervelend, hinderend, irritant
ook: geïrriteerd
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
vervelend, hinderend, irritant
ook: geïrriteerd
Van Dale 2018: ambetant
bijvoeglijk naamwoord • ambetanter, ambetantst
na 1950 < Frans embêtant
[BE; spreektaal
1. vervelend, naar
2. wrevelig, prikkelbaar
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
Fr. embêtant
vervelend, hinderend, irritant
ook: geïrriteerd
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
Fr. embêtant
vervelend, hinderend, irritant
ook: geirriteerd
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
Fr. embêtant
vervelend, hinderend, irritant
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
vervelend, hinderend, irritant
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
vervelend, hinderend, irritant
Ik word ambetant van die stoverij tussen mijn tanden.
Ons baby’tje doet helemaal niet ambetant, zo nen brave.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.