Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    fuiven

    Dit is slechts 1 definitie voor "fuiven." Bekijk alle definities.

    fuiven
    (ww. fuifde, gefuifd)

    deelnemen aan een fuif, partyen, feesten (in de jongerenbetekenis)

    “In het BN is het nu een algemeen woord; in het NN raakt langzamerhand in onbruik, ondanks een korte opleving in de jaren 1990 onder invloed van een televisiereclame van Duyvis (voor als er een fuif is).” (Etymologisch Woordenboek van het Nederlands – M. Philippa e.a.)

    Het is geen geheim dat dat de meeste jongeren al eens graag uitgaan en gaan fuiven. (huisvanhetkindstabroek.be)

    Er werd dan ook gefuifd tot de laatste speciaal ingerichte pendelbus omstreeks half vijf ’s ochtends de laatste fuifgangers veilig naar Malderen bracht. (nieuwsblad.be)

    Soms komen er ook karaoke-installaties aan te pas en wordt er gefuifd tot een stuk in de nacht. (standaard.be)

    De feestvierders fuifden tot in de vroege uurtjes. (nieuwsblad.be)

    1 reactie(s)  |  oudere versies
    Toegevoegd door Georges Grootjans en laatst gewijzigd door Georges Grootjans (03 Aug 2021 13:25)
    Dit woord was woord van de dag op 25 Mar 2021

    👍
    27

    Reacties

    M. Philippa, F. Debrabandere, A. Quak, T. Schoonheim en N. van der Sijs (2003-2009) Etymologisch Woordenboek van het Nederlands, Amsterdam

    fuif zn. ‘feest’
    Nnl. fuif ‘jolige partij, prettige avond’ ca. 1850; <span class="caps">WNT</span>. Daarnaast het werkwoord fuiven ‘feestvieren, onthalen’ 1860; De Coster 1992 1894; <span class="caps">WNT</span>, soms schertsend sterk vervoegd als een werkwoord van de tweede klasse: Wat heeft hij veel gevreeĂ«n en gefoven 1903; <span class="caps">WNT</span> vrijen I.
    Herkomst onzeker. Volgens De Coster 1992 is het werkwoord fuiven ouder dan het zn., en ontleend aan Latijn fov?re ‘verwarmen, verkwikken’, vooral verkwikken van het lichaam met lekker eten. Misschien is het deelwoord gefoven oorspronkelijk (bij een niet geattesteerd *foven) en is de ui te verklaren naar analogie met bijv. wuiven/gewoven, ruiken/geroken.
    Studenten zouden het woord in soldatenkringen (onder officieren) aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda hebben verspreid, waarna het via deze officieren de huidige betekenis van ‘feestvieren’ heeft verkregen. Het woord fuif werd eerst gebruikt voor een studentenfeest, later werd het meer een algemeen jongerenwoord.
    In het BN is het nu een algemeen woord; in het NN raakt langzamerhand in onbruik, ondanks een korte opleving in de jaren 1990 onder invloed van een televisiereclame van Duyvis (voor als er een fuif is).

    Toegevoegd door Georges Grootjans op 21 Feb 2021 07:23

    Voeg een reactie toe

    Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.

    Log in

    Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

    Uw gebruikersnaam
    Uw geheime paswoord

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.