Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent
Dit is slechts 1 definitie voor "dzuir." Bekijk alle definities.
goedendag;
zie ook djuir
Van der Eecken, G. (2007), Woordenboek van het Schellebels Dialect. Met Heemkundige aantekeningen. Heemkring Schellebelle:
dzuir: goedendag (tegen één persoon). Dzuir de maanuin, goedendag allemaal (tegen meerdere personen).
De uitspraak gebeurt langgerekt en op een zeer zangerige toon. Deze begroeting gaat meestal gepaard met het opsteken van de rechterhand of wijsvinger.
“Dzuir moatjes, wème al veel zonne gatte de leiste doagen, moar kèk, ik zein zjuust thuis en noe zienter moar grijz uite ee?” (facebookgroep De Lokerse dialectklappers)
Er zijn nog geen reacties op deze beschrijving.
Ingelogde gebruikers kunnen reacties aan deze definitie toevoegen.
Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.