Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wees welgekomen | Willekeurig | Top woorden | Recent

    coifferen

    De beschrijving van deze term werd 10 keer aangepast.

    Versie 10

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    het haar opmaken, een kapsel maken

    vnw

    < Frans: coiffer (1780 – 1781), ook coëffer: coëfferen, coëffeur

    zie ook haar doen, coiffuur, coiffeersel, coiffeur, coiffeuse

    Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 25 Jan 2022 08:43
    3 reactie(s)

    Versie 9

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    het haar opmaken, een kapsel maken

    < Frans: coiffer (1780 – 1781), ook coëffer: coëfferen, coëffeur

    zie ook haar doen, coiffuur, coiffeersel, coiffeur, coiffeuse

    Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 16 Mar 2019 18:29
    3 reactie(s)

    Versie 8

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    1. het haar opmaken, een kapsel maken, het haar opsteken, stijlen
    2. opkammen en in model brengen, creperen

    < Frans: coiffer (1780 – 1781), ook coëffer: coëfferen, coëffeur

    zie ook haar doen, coiffuur, coiffeersel, coiffeur, coiffeuse

    1. Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    2. De dameskapsels uit de jaren 60 werden op de kruin heel hoog gecoiffeerd.

    Kunt ge mijn haar nog eens coifferen maar niet meer zo hoog gelijk de vorige keer.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 03 Mar 2017 13:21
    3 reactie(s)

    Versie 7

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    1. het haar opmaken, een kapsel maken, het haar opsteken, stijlen
    2. opkammen en in model brengen, creperen

    zie ook haar doen, coiffuur, coiffeersel, coiffeur, coiffeuse

    < Frans: coiffer (1780 – 1781), ook coëffer: coëfferen, coëffeur

    1. Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    2. De dameskapsels uit de jaren 60 werden op de kruin heel hoog gecoiffeerd.

    Kunt ge mijn haar nog eens coifferen maar niet meer zo hoog gelijk de vorige keer.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 22 Aug 2014 04:55
    3 reactie(s)

    Versie 6

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    1. het haar opmaken, een kapsel maken, het haar opsteken, stijlen
    2. opkammen en in model brengen, creperen

    zie ook haar doen

    < Frans: coiffer (1780 – 1781), ook coëffer: coëfferen, coëffeur

    1. Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    2. De dameskapsels uit de jaren 60 werden op de kruin heel hoog gecoiffeerd.
    Kunt ge mijn haar nog eens coifferen maar niet meer zo hoog gelijk de vorige keer.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 02 Aug 2013 13:45
    3 reactie(s)

    Versie 5

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    1. het haar opmaken, een kapsel maken, het haar opsteken, stijlen
    2. opkammen en in model brengen

    zie ook haar doen

    < Frans: coiffer (1780 – 1781), ook coëffer: coëfferen, coëffeur

    1. Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    2. De dameskapsels uit de jaren 60 werden op de kruin heel hoog gecoiffeerd.
    Kunt ge mijn haar nog eens coifferen maar niet meer zo hoog gelijk de vorige keer.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 02 Aug 2013 13:15
    3 reactie(s)

    Versie 4

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    1. het haar opmaken, een kapsel maken, het haar opsteken, stijlen
    2. opkammen en in model brengen

    zie ook haar doen

    < Frans: coiffer (1780 – 1781), ook coëffer: coëfferen, coëffeur (1847 – 1850)

    1. Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    2. De dameskapsels uit de jaren 60 werden op de kruin heel hoog gecoiffeerd.
    Kunt ge mijn haar nog eens coifferen maar niet meer zo hoog gelijk de vorige keer.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 02 Aug 2013 13:08
    3 reactie(s)

    Versie 3

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    1. het haar opmaken, een kapsel maken, het haar opsteken, stijlen
    2. opkammen en in model brengen

    zie ook haar doen

    1. Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    2. De dameskapsels uit de jaren 60 werden op de kruin heel hoog gecoiffeerd.
    Kunt ge mijn haar nog eens coifferen maar niet meer zo hoog gelijk de vorige keer.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 02 Aug 2013 12:58
    3 reactie(s)

    Versie 2

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    1. het haar opmaken, een kapsel maken, het haar opsteken, stijlen
    2. opkammen en in model brengen

    1. Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    2. De dameskapsels uit de jaren 60 werden op de kruin heel hoog gecoiffeerd.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 02 Aug 2013 12:43
    3 reactie(s)

    Versie 1

    coifferen
    (ww. coiffeerde, gecoiffeerd)

    haar (kapsel) opmaken

    Zij kwam in een prachtig kleed en stijlvol gecoiffeerd naar het trouwfeest.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door Georges Grootjans op 15 Apr 2011 21:45
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.