Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Rinskoek, de zachtere variant van de Dinantse koek, ook uit die streek (Fr. couque de Rins)
sommigen schrijven ‘couque de Reims’, maar dit klopt niet: de koek is genoemd naar een lokale familienaam
Ik heb liever de ‘koekderèès’ dan de ‘koekdenang’ omdat die wat zachter is (doordat hij meer suiker dan honing bevat)
Dinantse koek (Fr. couque de Dinant), zeer hard en taai gebak dat eertijds vaak werd gegeten gesopt in de koffie, of anders een klein stukje smeltend in de mond
overdrachtelijk ook voor andere taaie kost
Da’s koekdenang! Da’s niet te bijten, dat komp uit de lijmfabriek!
ergens onbereikbaar blijven hangen, liggen of zitten
oud streektaalwoord (omgeving Bilzen), maar zie ook Alg. Vlaamsch Idioticon van L. Schuermans, die ‘kok- of koekhangen’ als Limburgs markeert
Ja, daar hebt ge het spel! Dat is koekhangen! (bv. als een bal boven in een boom blijft steken of in een dakgoot blijft liggen)
Pas maar op dat hij niet koekhangt! Maak dat hij niet gaat koekhangen! (bij het kappen van een boom: zorg dat hij niet tegen een andere boom terechtkomt zodat hij niet naar beneden kan vallen)
armoe, armoede
ook erremeui uitgesproken
zie ook erremoei troef
Uit erremoei heeft hij zijn huis moeten verkopen.
Van erremoei heeft zij nieuw gordijnen moeten hangen.
Op het voetbalveld riepen we “Erremoei!” als de tegenpartij de bal terugspeelde op de keeper.
1. de Heilige Marculphus (Fr. Saint-Marcoul of Saint-Marcouf), 2. benaming voor de klierziekte, ook het koningszeer (scrofulose) geheten
Sint(e)-Marcoen is aan hem, hij heeft het sinte-marcoen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.