Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dan; dan (NL: toen)
stamt uit een veel oudere stemloze variant, die o.a. in het IJslands ‘þá’ werd
uitspraakvarianten: ten (tèn), ton
ook in West-Vlaanderen
- Meneer, uw spriet staat open!
- Ja, en ten?
Ze zeidt dat ze nog lange gingt bluven, mo z’is ton ommeki toch mo naar hust gegaan. (Ze zei dat ze nog lang zou blijven, maar ze is dan plots toch maar naar huis gegaan.)
NL: spitsmuis
ten oosten van de Schelde: dol, dolleke
gezien de eerder beperkte afmetingen van deze beestjes wordt meestal het verkleinwoord gebruikt: tolpke, tolptje
ook in West-Vlaanderen
etymologisch hoogstwaarschijnlijk rechtstreeks of via een omweg afkomstig van het Latijn ‘talpa’ (mol), waaruit ook het Frans ‘taupe’ (mol), evenals het Italiaans ‘topo’ (rat, muis)
De kat heeft vannacht weeral tolpkes zitten vangen, het liggen der voorzeker(st) twee dozijn voor de deur.
vertrekken, doorgaan
wordt enkel onvoltooid gebruikt
ook: door zijn
zie ook door
Allez mannekes, salut, ’k ben der ne keer mee door.
- Is den baas hier nog?
- Nee, dien is al door.
(→ merk op: niet “dien is der al mee door”)
vertrekken, doorgaan
wordt voltooid én onvoltooid gebruikt
ook: er mee door zijn
zie ook door
Allez mannekes, salut, ik zijn ne keer door.
- Is den baas hier nog?
- Nee, dien is al door.
NL: spitsmuis
ten oosten van de Schelde: dol, dolleke
gezien de eerder beperkte afmetingen van deze beestjes wordt meestal het verkleinwoord gebruikt: tolpke, tolptje
ook in West-Vlaanderen
De kat heeft vannacht weeral tolpkes zitten vangen, het liggen der voorzeker(st) twee dozijn voor de deur.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.