Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
De Vlaming gebruikt in zijn alledaags taalgebruik ontzettend veel woorden die in het Nederlands iets anders betekenen, dan wel sterk verouderd of zelfs geheel onbekend zijn. In dit lemma houden we ne lijst bij van alle algemeen Vlaamse woorden die gebruikt worden voor te verwijzen naar familieleden, en ‘soorten’ mensen in het algemeen (gelijk: man, vrouw, kind, e.d.m.). Aan de hand van deze lijst kan een student Vlaams de betekenis van deze woorden eenvoudig achterhalen, en aldus rap mee zijn in e gesprek met moedertaalsprekers. Naast deze algemeen gebruikte woorden bestaan er ook nog tal van dialectwoorden (waarmee we enkel bedoelen dat ze slechts in een beperkte regio gekend zijn), uit praktische overwegingen nemen we deze niet op in het lemma.
algemeen:
bibi
bobon
boeleke
bruggepensioneerde
gast
jonk
jagger
jonggepensioneerde
jonkheid
jonkman
kadee
kapoen
kerstenkind
kinderken
kinneke
koppel
madam
manneke
mee
meiske
pateeke
pagadder
patotter
pee
smanspersoon
vent
vrouwmens
wijf
familie:
bobon
bomma
bompa
doopmeter
dooppeter
echteling
echtgescheiden
kozijn
lief
madam
meme
nonkel
nonkel pater
pepe
plusdochter
plusgezin
pluskind
plusmama
plusouder
pluspapa
pluszoon
schoonbroer
tant
tante nonneke
vent
wijf
zuster
-
manspersoon
zie ook verzamellemma mensen
Nen eurk is een smanspersoon met een nors karakter. (Zie Vlaamswoordenboek.be)
tijdens het eten veel naar binnen werken
(komt denkelijk van gaffel,werktuig waar men het hooi mee binnen steekt of op de hooiwagen laadt)
Woordenboek der Nederlandsche Taal (bij gaffel): (…) Merkwaardig is het gelijkluidende Vlaamsche woord in den zin van mond (De Bo (1873), ook in Noord-Nederland in gewestelijke spraak niet onbekend, waaraan evenzeer het begrip van gapen ten grondslag ligt.
In Antw. betekent ‘gaffel’ neus.
Van Dale: gaffelen
1 (informeel) smullen
in Nederland zegt men: bunkeren (schrokken)
zie ook boefen
Het smaakt zeker. Ge gaffelt nogal binnen.
(SN: ‘het smaakt zeker, je zit zo te bunkeren’)
werkkledij, keel
uitspraak op zijn Vlaams, niet op zijn Engels
Van Dale 2005:
overal
vertaling van Fr. surtout
1.(gewestelijk) jas, kiel die men over zijn andere kleren aantrekt
Als ik in de tuin werk, draag ik altijd een overal.
grootlicht, koplamp van de auto
algemeen: schijnwerper
< Frans: phare
zie ook verzamellemma wegcode
Kunt u de faren opzetten alsjeblief?
“En dan heb je nog de inderdaad de grootlichten (in de volksmond: faren). Als je die ontsteekt, brandt er op je dashboard een blauw symbool.” (gratisrijbewijsonline-forum.be 17 dec. 2010)
Met helikopters en faren zochten ze het hele terrein af.
> andere betekenis van faar
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.