Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
wesp
Oudegemse benaming voor dit stekebeest.
zie ook weps
Als er ne nest appelkutten in uwen hof zit, moet ge de pompiers bellen.
ouderschap van een partner in een lesbisch koppel die niet de biologische moeder is
zie ook meeouder; verzamellemma mensen
Holebi’s vragen automatische erkenning meeouderschap (hln.be)De Senaat onderzoekt momenteel de mogelijkheden voor een wettelijke regeling van meeouderschap (dossier nr. 6-98). (vrouwenraad.be)
bij een lesbisch koppel de partner die niet de biologische moeder van het kind is
zie ook meemoeder; verzamellemma mensen
vgl. meeouderschap
Eenieder die vandaag via medisch begeleide bevruchting een kind heeft binnen een lesbisch koppel, kan vrij snel als meeouder worden erkend door de procedure van erkenning, als er tenminste nog geen adoptie heeft plaatsgevonden. (senate.be)
ouderschapsverlof voor zelfstandige vaders en meeouders? (vrt.be)
De Vlaming gebruikt in zijn alledaags taalgebruik ontzettend veel woorden die in het Nederlands iets anders betekenen, dan wel sterk verouderd of zelfs geheel onbekend zijn. In dit lemma houden we ne lijst bij van alle algemeen Vlaamse woorden die gebruikt worden voor te verwijzen naar familieleden, en ‘soorten’ mensen in het algemeen (gelijk: man, vrouw, kind, e.d.m.). Aan de hand van deze lijst kan een student Vlaams de betekenis van deze woorden eenvoudig achterhalen, en aldus rap mee zijn in e gesprek met moedertaalsprekers. Naast deze algemeen gebruikte woorden bestaan er ook nog tal van dialectwoorden (waarmee we enkel bedoelen dat ze slechts in een beperkte regio gekend zijn), uit praktische overwegingen nemen we deze niet op in het lemma.
algemeen:
bibi
bobon
boeleke
bruggepensioneerde
gast
jonk
jagger
jonggepensioneerde
jonkheid
jonkman
kadee
kapoen
kerstenkind
kinderken
kinneke
koppel
madam
manneke
mee
meiske
pateeke
pagadder
patotter
pee
smanspersoon
vent
vrouwmens
wijf
familie:
bobon
bomma
bompa
doopmeter
dooppeter
echteling
echtgescheiden
kozijn
lief
madam
meemama
meeouder
meme
nonkel
nonkel pater
pepe
plusdochter
plusgezin
pluskind
plusmama
plusouder
pluspapa
pluszoon
schoonbroer
tant
tante nonneke
vent
wijf
zuster
-
van Vlaamse oorsprong
Meemoeder is de andere helft van een lesbisch paar waarvan de ene helft een kind heeft gebaard. (De Standaard 05/01/2007)
Van Dale: meemoeder (de v.):
degene die in een lesbisch ouderpaar niet de biologische moeder is
zie ook meeouder; verzamellemma mensen
Die klein heeft een moeder en een meemoeder.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.