Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door nthn

    gilet
    (de ~ (v./m.), ~s)

    Klein vestje om onder een kostuum te dragen, zonder mouwen en met knopen.

    uitspraak: zjilee

    < Frans: le gilet < Spaans: jileco

    Van Dale: gilet: vest, mouwloos bovenkledingstuk voor heren en dames

    Woordenboek der Nederlandsche Taal: Gilet, gilee: Vooral in Vl.-België en Limb. aangetroffen, ook in zegsw. zoals:
    - gilet, iemand tegen zijn ~ trekken
    - Onder iemands gilet, in iemands buik. In Limb.
    - Andere tijden, andere gilets: Aander tijje, aander zjielees = de tijden veranderen met de mode, men moet met zijn tijd meegaan. Gewestelijk in Limburg.
    - giletzakje, iemand van het ~

    zie ook verzamellemma kledij

    < andere definitie van gilet

    Moet mijn plastron boven of onder de gilet gedragen worden?

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:24
    2 reactie(s)

    frulleke
    (het ~, ~s)

    een gefronste rand aan bv. sjaal, kledingstuk

    < Blijkbaar ontstaan uit Prul

    Van Dale 2013 online: frul: prul, lintje of strikje Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    Cf. Engels: frill.

    zie ook verzamellemma kledij

    Tank top
    Topje met frullekes

    Ik bemerkte in de lentecollectie heel wat frullekes aan t-shirts, topjes.

    Heur kleed hing vol lintjes en frullekens”, Cornelissen-Vervliet (1899)

    “Eene vrouwmuts met frullen die neêrhangen over den nek”, De Bo (1873).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:24
    8 reactie(s)

    frulleke
    (het ~, ~s)

    een gefronste rand aan bv. sjaal, kledingstuk

    < Blijkbaar ontstaan uit Prul

    Van Dale 2013 online: frul: prul, lintje of strikje Belgisch-Nederlands, niet algemeen

    Cf. Engels: frill.

    zie ook verzamellemma kledij

    Tank top
    Topje met frullekes

    Ik bemerkte in de lentecollectie heel wat frullekes aan t-shirts, topjes.

    “Heur kleed hing vol lintjes en frullekens”, Cornelissen-Vervliet (1899)

    “Eene vrouwmuts met frullen die neêrhangen over den nek”, De Bo (1873).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:23
    8 reactie(s)

    frennen
    (de ~, v., altijd mv.)

    - reepjes, strookjes aan kledij, handtassen, zoals bij de indianenstijl
    - korte touwtjes aan meubelstoffen, gordijnen, tapijt ed.

    zie ook frenneke; verzamellemma kledij

    Klik op de afbeelding
    Alpaca wool scarf
    Frennen aan een sjaal

    In de jaren zestig en zeventig waren jassen en broeken met frennen aan heel populair.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:23
    1 reactie(s)

    frak
    (de ~ (m.), ~ken)

    jas, mantel, kledingstuk voor buiten voor mannen, vrouwen, kinderen 

    < Een frak was oorspronkelijk een net herenkledingstuk (op het bovenlichaam) dat elke dag gedragen kon worden. Bij de veranderende mode (lange jassen werden steeds gewoner) veranderde de betekenis van het woord frak in de 18e eeuw in het Zuid-Nederlandse taalgebied mee. In Nederland nam ‘jas’ deze rol over en evolueerde de betekenis van frak juist de andere kant op, tot een chic herenkledingstuk dat alleen bij bijzondere gelegenheden wordt gedragen. (etymologiebank)

    Van Dale 2018 online : 1782 < Frans frac of Duits Frack < En­gels frock < Oud­frans froc (mon­niks­pij)
    1. lang­pan­di­ge he­ren­jas
    = rok­jas
    2. BE; niet al­ge­meen jas van een kos­tuum, jas in het al­ge­meen

    Zurich Fashion (6673273169)

    zie ook: ene frak en twee schoenen; verzamellemma kledij

    Doet uwe frak maar aan, het is koud buiten!

    “Frak” was ook het zwarte kledingstuk, gedragen door de “suisse” (naar analogie met de Zwitserse wachten in het Vaticaan) in de kerk. Dat waren zwarte lange jassen zonder knopen, maar versierd met zwarte noppen op schouder en arm.

    Uitdrukkingen:
    - Uwe frak afdraaien is in Antwerpen: (een beetje tegen uw goesting) hard werken (als enige, soms met weinig appreciatie en resultaat). ‘k Zalle k’ik mijne frak wel afdraaien terwijl dat die ander in ’t café zitten.

    Zo de wind waait, waait m’n frakse wordt gezegd van mensen die uit opportuniteit hun mening veranderen.
    Eerst was hij bij de sossen (de socialisten), nu zit hij bij de blauw omdat ze voorspellen dat die bij de verkiezingen gaan winnen: zo de wind waait, waait z’n frakske.

    amai mijne frak: in het Engels: Oh my God

    Amai mijne frak, ’t is warm.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door nthn op 28 Mar 2020 12:21
    9 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.