Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
avondkleding
zie ook verzamellemma kledij
Specialisatie van het huis is de reiniging van ceremoniekledij, avondkledij en bruidsjurken.
op sletsen rondlopen, met slepende voeten slufferen
zie ook sleffen, slefferen; verzamellemma kledij
Hij sletste achter zijn vrouw aan, omdat het wreed tegen zijn goesting was dat hij mee moest.
(op)vouwen van bvb kledij
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
zie ook plooien; verzamellemma kledij
De kleren zijn proper opgeplooid en in de kleerkast gelegd.
in een kledingstuk kleine plooien aanbrengen
SN: rimpelen (naaistersterm)
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands fronsels maken aan een kledingstuk
zie ook verzamellemma kledij
Smok is een vorm van fronsen.
Het kleedje is bijna af, de mouwen moeten nog gefronst worden.
De Vlaamse garderobe ziet er betrekkelijk anders uit dan de Nederlandse. In dit lemma bewaren we een lijst van allerlei Vlaamse kledingsstukken en gerelateerde terminologie, evenals uitdrukkingen die naar deze kledij verwijzen. Een aanzienlijk deel van deze terminologie is (duidelijk) geleend van de zuiderburen, maar er zijn ook verschillende gevallen waarbij de Hollander, en dus de Nederlandse standaardtaal, een Frans woord gebruikt, terwijl de Vlaming er zelf een woord voor heeft bedacht. Bij de gelinkte lemma’s zijn er bovendien nog talloze andere namen voor kledingsstukken te vinden.
kledij:
aanstekers
baai
bain de soleil
badkostuum
bovenlijfke
bretellen
broeksriem
centuur
cravat
debardeur
duffelcoat
frak
frennen
frulleke
gilet
golf
gordel
kap
kaptrui
kaspoesjeir
klak
kleed(je) (+ avondkleed, bloemekeskleed, communiekleed, doopkleed, slaapkleed, trouwkleed, zomerkleed, …)
knop
kostuum
kousen
k-way
lits
manchetknop
mantel
marcelleke
nestels
neuke
onderlijfke
onderpull
overal
palto
pantoffels
plastron
pression
pull
regenscherm
rijkoord
sletsen
sloefen
sous-pull
tailleur
tallon
tiret
veston
voorschoot
werkwoorden:
fronsen
opplooien
plooien
sletsen
varia:
avondkledij
droogkast
droogkuis
gele hesjes
kapstok
kroon, de ~ ontbloten
okselvijver
smink
tent
wasmachien
uitdrukkingen:
frak, amaai mijne ~
klak, amai mijn ~
broek, de ~ dragen
ene frak en twee schoenen
Jean met de klak
klak, er met de ~ naar gooien
kiekens, de ~ zitten door den draad
kleedje, in een nieuw ~ steken
met de klak rondgaan
nestel, zijnen ~ afdraaien
sloef, op zijn ~en afkomen
voorschoot, een ~ groot
> andere betekenis van kledij
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
