Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
lepel om soep te eten
SN/NL: eetlepel
Van Dale 2013 online: Belgisch-Nederlands
zie ook pollepel, houten lepel
Dekt de tafel eens, maar geen soeplepels want er is geen voorgerecht.
eten uit de kookpot of pan op een talloor scheppen
SN/NL: opscheppen
Begint de patatten maar al uit te scheppen, tegen dan zijn de kiekenfileekes gereed!
SN/NL: kipfilet
zie ook kieken
Gooi die kiekenfilets dus maar gerust weer in de diepvries. (flair.be)
SN/NL: pollepel
→ niet te verwarren met de Vlaamse pollepel, die in NL ‘soeplepel’ wordt genoemd
→ op zijn beurt niet te verwarren met de Vlaamse soeplepel, die in NL ‘eetlepel’ wordt genoemd
Den dag van vandaag maken ze houten lepels ook van plastiek, maar ik blijf bij mijnen houten houten lepel.
Dialectnaam voor de plant Iris pseudacorus. Wellicht ook gebruikt om de tuinplant iris te beschrijven. Er zijn scholen o.a. in Lissewege die deze naam dragen.
< lisbloem
SN/NL: gele lis
Mo wuk e schône lisblomme is me dadde! È je de dee in de wienkel gekocht of è je ze zelve gewêekt?
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.