Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een keel (ook: kiel) is veeleer een korte “stoffrak”, in een gelijkaardige soort katoen, meestal grijs of blauw; naast de “sluitingsloze” versie is er ook een veelvoorkomende variant met knopen: een werkvest.
zie ook: bazzelonjke
Nonkeltje had in de zak van zijnen keel altijd een bollekes zakdoek.Een keel (ook: kiel) is veeleer een korte “stoffrak”, in een gelijkaardige soort katoen, meestal grijs of blauw; naast de “sluitingsloze” versie is er ook een veelvoorkomende variant met knopen: een werkvest.
zie ook: bazzelonjke
had in de zak van zijnen keel altijd een bollekes zakdoek.kiel, bovenste gedeelte van werkkledij
zie ook: keel
/ba z.e ’lonsj k.e/ [b?z?l?n?k?]
Hedde ga maan bazzelonjke gewasse?
kledingsstuk (soort korte bloes) gedragen door de vissers, bruinrood van kleur.
Deze naaister maakt schone (=mooie) kazuvels.
lommer, beschaduwde plaats
< Fr. l’ombre = schaduw
vgl.: schaƻwe, schauw(t)e
Ik ga mij buiten in den hof wat in de lommerte zetten en een dutje doen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.