Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een valsspeler
zie ook: haarzakker
Tijdens een spel speelt hij zoals een herzakker. Hij speelt niet eerlijk.
VD online:
tet·te·ren (werkwoord; tetterde, heeft getetterd)
1 (schetterend) blazen op een blaasinstrument
2 luid spreken
Mijn oma heeft weer een half uur staan tetteren met de dochter van den bakker.
kletsen, babbelen, sjaafelen, tetteren
/sja: w.e l.e/
< WNT: Modern lemma: sjouwelen
SJAUWELEN, bedr. en onz zw. ww. Waarschijnlijk een klanknabootsing, verg. Wauwelen.
– Babbelen, kletsen, wauwelen. Te Antwerpen.
Da’ wijf gaat overal sjauwelen in de geburen, Corn.-Vervl.
- In den zin van: praatjes over iemand vertellen.
Daar wördt veul gesjauweld da’ nie’ waar en is.
Ik heb over die zaak al veul hooren sjauwelen. Corn.-Vervl.
zie ook sjauwel(aar)
Die stonden op den hoek van de straat te sjauwelen. En een uur later stonden die er nog.
horloge, uurwerk, klok
zie leuzie
uitspraakvarianten: leusie, leuzze
Kijk eens op je leusie hoe laat het is.
De losie staat stil, de pil zal op zijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.