Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door fansy

    steeknagel
    (de ~, (m.), ~s)

    speelgoed: steeknagelspel, ministeck
    een plastieken staafje met een bol kopje eraan, bestaande uit 1 geheel. Het gelijkt op een siernagel om stoffering van stoelen en zetels vast te maken. De steeknagel wordt in een bordje met gaatjes gestoken. Men kan verschillende patronen gebruiken om een steeknagelschilderij te maken. De steeknagel bestaat uit verschillende kleuren en diktes.

    variant: strijknagel, strijkparel
    Hierbij kunnen de plastieken nagels of parels tot 1 kleurrijke prent worden versmolten door er met een heet strijkijzer over te strijken tot de nagels goed verkleefd zijn.

    NL: steekspijker
    Kempen: stekenagel

    Het steeknagelspel is een educatief spel voor kleuters en fysiek anders validen om de fijne motoriek te oefenen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 07 May 2013 13:15
    3 reactie(s)

    verneuteld
    (bn.)

    klein, ineengedoken, dwergachtig

    zie ook: neutelwijfke, neutel, neuteling

    Een verneuteld vrouwke schikte.
    ’t Wit en rood geblokt gordijn.
    ’t Was alsof heur rimpels zegden:
    ’t Zal ’ne kwaaie winter zijn…
    (Alice Nahon 1896 – 1933)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 07 May 2013 12:49
    1 reactie(s)

    verneuteld
    (vd. van verneutelen)

    klein, ineengedoken, dwergachtig

    Een verneuteld vrouwke schikte.
    ’t Wit en rood geblokt gordijn.
    ’t Was alsof heur rimpels zegden:
    ’t Zal ’ne kwaaie winter zijn…
    (Alice Nahon 1896 – 1933)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door fansy op 07 May 2013 12:48
    1 reactie(s)

    tetteren
    (ww., tetterde, getetterd)

    babbelen, praten, roddelen, sjauwelen

    VD online:
    tet·te·ren (werkwoord; tetterde, heeft getetterd)
    1.(schetterend) blazen op een blaasinstrument
    2.luid spreken, syn.: schetteren
    3.wind(en) laten, syn.: veesten
    4.alcohol drinken

    Mijn oma heeft weer een half uur staan tetteren met de dochter van den bakker.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door fansy op 07 May 2013 12:40
    2 reactie(s)

    metwijf
    (het ~, ~ ven)

    vrouw die “iets te graag en te veel” naar de markt gaat.
    Uitdrukking voor vrouw(en) die markten aflopen, alle tijd van de wereld blijken te hebben om alle kraampjes af te snuisteren en te tetteren met de verkopers en eventuele kennissen die ze daar tegen komen.

    ook in de prov. Antwerpen

    Daar krijg ik het van , van die metwijven die voor u lopen te treuzelen, dat heeft zeker niks anders te doen?

    Regio Hageland
    Bewerking door fansy op 07 May 2013 12:04
    0 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.