Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Iemand die doorgaans veel zaagt, vit en ontevreden door het leven gaat.
Zie ook kreften
Hij heeft het van geen vreemde, zijn vader was ook ne kreftekeu
(ingebeelde) schrikaanjager
zie ook : bietebouw
Als ge niet braaf zijt, gaat den doezeman komen.
lelijke man
zie ook: doezeman
Kempen: mottigen doezer
Ze zag hem niet zitten, ze zag hem zelfs niet staan, ze vond het ne mottigen does.
“Ik zen ne mottigen does en af en toe wel wat voos.” Katastroof
een vrouw in combinatie met bn. waarvan het karakter uitgesproken is: een oude doos, een zotte doos, een vranke/franke doos, … (soms pej.)
In de regio Antwerpen kennen ze een mannelijke versie ervan, zie mottigen does
De Standaard: Zowat elke deur is te smal voor de zotte doos die Grace Ellen Barkey is.
Brigitte Bardot was destijds een knappe verschijning. Nu is dat een oude doos natuurlijk.
forum: Eey nancy, het gaat over een franke doos dat op haar lui gat opt terras ligt met ne goeie frit int zonneke.
De inmiddels 40-jarige Katja Retsin kun je moeilijk een mottige doos noemen, maar toch loopt ze er tegenwoordig nogal mottig bij.
slingermolen, een kermisattractie, met stoeltjes en ketens die ronddraaien
Regio Westhoek
Op de kermis staat er een schone slingerpies
ken op de slingerpies gezeten en ben nog droenke in mijn kop ervan. (toegevoegd door jumbo op 15 mei 2013)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.