Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
zeuren, zagen
m.: een krefter of ne kreft
v.: een kreft
Zie: http://gerdernissen.wordpress.com/2007/08/18/kreften-over-hoeken-af-en-iemand-opeten/
’t Is niet omdat ge vies gezind zijt, dat ge tegen ons moet beginnen kreften!
een ingebeelde boeman die in het kolenhok verborgen zat
Als straf op je knieĆ«n in ’t kolenhok zitten met de deur toe.
zie ook pakkeman, korenpater, bietebouw, doezeman
ook in de Antwerpse Kempen
Als we als kind stout waren zei ons moeder:
als ge u nu niet voegt, vliegt ge bij sloekepier.
Bij ons zat de sloekepier in de kelder, want daar was het kolenkot.
Iemand die doorgaans veel zaagt, vit en ontevreden door het leven gaat.
Zie ook kreften
Hij heeft het van geen vreemde, zijn vader was ook ne kreftekeu
(ingebeelde) schrikaanjager
zie ook : bietebouw
Als ge niet braaf zijt, gaat den doezeman komen.
lelijke man
zie ook: doezeman
Kempen: mottigen doezer
Ze zag hem niet zitten, ze zag hem zelfs niet staan, ze vond het ne mottigen does.
“Ik zen ne mottigen does en af en toe wel wat voos.” Katastroof
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.