Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
nekvel, kraag
WNT: znw., o., Duits: schabernack
het eerste lid is ohd. -scabarôn, verwant met schaven, het tweede lid is mhd. nac, nek. De oudste bet. kan zijn die van ruige pelsmuts “nekkrabber”. De andere betekenissen hebben zich ten deele door verwisseling met of onder den invloed van andere woorden ontwikkeld.
NL: schabberlak
De meester pakte de deugniet bij zijne schabbernak.
In Brugge, bij de kraag van zijn schabbe.
Nief patatten worden geschroemmeld in water, dan is er veel minder werk aan om ze af te krabben.
smeuïg, sappig
Die rijst is te droog zonder saus, dat moet smeurig zijn.
bil
patatjes = achterwerk, zitvlak
zou ontstaan zijn doordat het woord patat ongeveer hetzelfde klinkt als het Indonesische woord voor bil (pantat)
(geen idee hoe de googlementen voor deze betekenis te zoeken zijn)
Hij was mooi gebruind op vakantie, alleen zijn patatjes zagen melkwit.
De blauwe plek op haar patatje komt van die val op de trap.
uitspeken, uitspuwen
- Mijne tuttefrut is helemaal uitgesjikt.
- Sjikt dien dan toch uit, maar in de vuilbak dan.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.