Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een denkbeeldige schuchtere vogel met drie poten die heel snel kan zijn en meestal in de winter, als het sneeuwt, tevoorschijn komt
zie ook schavakken vangen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: schavak > schavuit: nachtuil
“Ik heb schavakken bij me bij
en ‘k leur der mee,
ik heb er ne reutepeuter
in m’n bovenzakje.
Ik heb er ne floe, floe, floe
af en toe, toe, toe
en ne slusterbubbel
in mijn kazakje!”
> andere betekenis van schavak
hondendrol
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Homp, brok. In Zuid-Ndl.
- Douë es in hiël schavak van de gracht afgekalfd.
- Hijen heet hum douë in lillike schavak van zijne vinger afgekapt, Tuerlincx
- Hij snee’ me daar ’en schavak van ’t brood, wel twee vingeren dik, Cornelissen-Vervliet (1899)
Zie uit waar ge trapt. Daar ligt ne schavak.
> andere betekenis van schavak
een denkbeeldige schuchtere vogel met drie poten die heel snel kan zijn en meestal in de winter, als het sneeuwt, tevoorschijn komt
zie ook schavakken vangen
Woordenboek der Nederlandsche Taal: schavak > schavuit: nachtuil
“Ik heb schavakken bij me bij
en ‘k leur der mee,
ik heb er ne reutepeuter
in m’n bovenzakje.
Ik heb er ne floe, floe, floe
af en toe, toe, toe
en ne slusterbubbel
in mijn kazakje!”
urineren
(ietwat) beschaafdere variant van pissen, maar minder beschaafd dan plassen
Zie F. Debrandere, 1999. Kortrijks Woordenboek, Kortrijk: De Leigegouw, s.v. pissen:
“Pissen ?pis?n / ?p?s?n, ww. Wateren, urineren, plassen. De tweede uitspraak (pissen dus—noot van B.C.) gold in beschaafde gezinnen als gemeen. Thuis mochten we die niet gebruiken.”
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Bijvorm van Pissen; zie dus verder aldaar: het algemeene gebruik; piesen is vooral in de kindertaal gewoon, maar wordt ook in de spreektaal gebruikt en is in sommige streken de gewone vorm van het woord.
Van Dale 2013 online: volkstaal
googlementen: BE 19, NL 49
Hij staat te piesen tegen de muur.
Achter dat ik rooie bieten gegeten heb, is ’t gelijk of dat ik bloed pies. Of bloed kak. ’t Ziet alleszins rood in de pot.
een kleine hoeveelheid vloeistof, een scheut
Van Dale 2016 online: BE, niet algemeen
Van Dale 2020 online: BE
Woordenboek der Nederlandsche Taal: Gote, geut, geute: van Gieten: in Zuid-Nederland: schenksel, opgietsel.
Kaffie van de eerste goote, De Bo (1892).
- Zooveel als in eens wordt uitgegoten; stroom, gulp, scheut. Geute … zwalp, De Bo
Giet nog een geutje azijn op de salade. Eene geute regen (fr. ondée). Het regent bij geheele geuten, De Bo (1892).
- Concreet, met mv. Gietsel, gegoten voorwerp, doch uitsluitend in de beteekenis: gieteling, goteling, geus: alleen in Zuid-Nederland.
Eene geute lood, De Bo (1892).
De geute uit den vorm halen, De Bo (1892).
Gelatine weken in koud water. Een geut water opwarmen en de geweekte gelatine hierin oplossen. (radio2.be)
Enkele tientallen liefhebbers toostten met een geut jenever op het welslagen van Wiescarnaval 2010. (standaard.be)
Een geut van deze siroop is reuze lekker bij een glas droge witte wijn. Maar ook op ijs, pudding, pannenkoeken en cake laat hij zich van zijn beste kant zien. (kruidjes.be)
Speenkruid, een geut slakkenslijm en een lepel nagelvuil. Bert Braakbal en Karolien Maanzuur maken een toverdrank. (klasse.be)
Klopt ook niet helemaal, want de springlading in de bommen is vandaag vervangen door een geut beton. (flyto-airforce.be)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.