Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Een rondtrekkende persoon, meestal een eenzaat, die op den dool is.
Gust is een echte tjoolder. Ik kom hem tegenwoordig overal tegen. Hij is echt op den tjool.
Fr. fourche < Lat. furca
fietsvork,
de twee staven, waartussen de as van een fietswiel bevestigd wordt
(korte oe)
Gaston is tegen de muur gereden. De foersj van zijne vlo was helemaal opgestuikt.
eenpansgerecht
Hutsepot smaakt lekker.
helemaal niets
ook niemendal (Antw.)Hij heeft me ni
Hij heeft me niemendal / niksmendalle beloofd. Ik doe het enkel voor de sport.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
