Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
dat zijt gij, als ik u aanspreek in een conversatie. Het is het lijdend of meewerkend of voorzetselvoorwerp van ‘gij’, de Vlaamse tweede persoon enkelvoud van het persoonlijk voornaamwoord als voorwerpsvorm.
Antwerpse uitspraak: [a?(w)]
Zot van a. Ik zieng a geiren. Da’s da van a.
hoofdkussen.
zie ook kopkussen
we noemen een hoofdkussenovertrek ook een oorkussen.
Ik slaap zonder oorkussen.
Je maakte de bedden en vergat de oorkussentjes te verversen.
verwonden
Jan viel van zijn fiets en is lelijk gekwetst aan zijn knie.
spaak (van een fietswiel); balein (van een paraplu of korset)
Wat is er met uw velo gebeurd? Vier bleinen zijn gebroken in het achterrad!
Tijskaarten vas(t)spangen op de bleinen van uwe velo, daarmee kunt ge “ratelen”!
blaar
toen mijn vinger geklemd geraakte kwam er een ‘bleine’ op
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.