Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
1. iets kleven met lijm of plakband alsook behangen
2. blijven plakken, ergens langer blijven dan voorzien(=Standaardtaal)
1. We moeten de slaapkamer nog plakken.
2. We zijn blijven plakken, het was 2 uur toen we thuis waren!
strikje, vlinderdas
Diminutief van “neu”, afgeleid van het Frans “(le) noeud”.
Uw neuke hangt scheef.
bepleisteren (van muren)
ook in W.-Vl.?
in Antw. bezetten en plafonneren
zn. (beroep): plakker
Nadat het huis winddicht was gemaakt, moesten de muren worden geplakt.
negerzoen, Melo-cake
Ik heb een hele doos negerinnetetten opgegeten.
1. een auto in panne repareren.
2. iemand uit de nood helpen met een snelle en kleine interventie. Het betreft hier niet het oplossen van een groot of landurig probleem.
Ze zullen me moeten komen depanneren want ik krijg mijn motor niet meer aan de klap.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.