Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
= meppen, erop kloppen, slaan
uitdr.: 1) iemand een koef geven
2) erop koeven
zie: koof
vooral rond de streken van Lier
1) Wilt ge nu uw bakkes es houden of ik koef er op.
2) Als da machien ni marcheert (marcheren), koeft er dan es te geui op.
slag, boks
zie ook: koeven
Van Dale 2005:
koof de; koven
(1350 ‘ijzeren kapje onder de helm gedragen’) <Fr. coiffe (kap, muts)
(gewestelijk)
1. vrouwenmuts
2. (informeel) klap
3. wijf
Gij krijgt sebiet een koef in ou gezicht.
slag, boks
zie ook: koeven
Van Dale 2005:
koof de; koven
(1350 ‘ijzeren kapje onder de helm gedragen’) <Fr. coiffe (kap, muts)
(gewestelijk)
1. vrouwenmuts
2. (informeel) klap
3. wijf
Gij krijgt sebiet een koef in ou gezicht.
doorgewinterd
De doorwinterde wielertoerist kon de camionette nog just op het nipperke ontwijken.
onophoudelijk, voortdurend
rinkaaneen
ook (Antw.) /ringkonni.en/
Deze dagen regent het ringaaneen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.