Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Van Dale
1 (in België; spreektaal) iem. die zich door een uitvlucht aan een onaangename verplichting onttrekt
zie ook: karotentrekker
Hij moest het gras afdoen maar had opeens pijn in zijn rug.
’t Is nen echte carottentrekker.
een echt oud mens
Hier just neffen ons deur woênd een echt’ ou doês.
moe
in Antw. is men “zo muug als nen hond” (heel moe)
in Haspengouw, plaatselijk “zoe mieg as ’n moj” (doodmoe); in overgankelijke betekenis (iets moe zijn): “(ich bèn dat) zoe mieg as kaa pap” (kotsbeu)
Hij is muug van het werken.
hulpvaardig persoon
ook ‘goei ziel’ en ‘goeie ziel’
We zoeken nog een goei ziel om te helpen met de verhuis … alles moet wel naar het tweede verdiep.
veelheid, menigte
WNT: ?Waarschijnlijk het bijw. Overhoop in de bet. 2) als znw. gebruikt (met verplaatsing van den klemtoon onder den invloed van overvloed). Menigte, overvloed. In Zuid-Nederl.
Daar was ’neu overhoop van volk, Corn.-Vervl.
Hedde negal veul pataten gewonnen? ’t Is geenen overhoop, Ald.
— Toch ick beny het niet Want over-hoop van Schult dat baert genoegh verdriet, Ogier (1680).
Er was veel volk, maar om te zeggen dat het nen overhoop was nu ook weer niet.
Er ligt nen overhoop aan appelen onder de boom.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.