Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
Mechelaar
Het is hun niet gelukt de maan te blussen, maar gelukkig stond de Sint Romboutstoren ook niet in brand.
zich alles laten welgevallen, te gemakkelijk toegeven, zich laten overheersen;
vergelijkbaar: met zich laten sollen, op zijn kop laten zitten
Als ge zeker zijt van uw stuk moet ge u niet laten doen he!
“Toen hij nog op de lagere school zat, liet hij zich altijd doen, maar in de middelbare school beet hij flink van zich af. (standaardtaal in België)” Taaladvies.net
zegswijze om aan te duiden dat een klus, een taak of een proces traag vooruit gaat.
Dit werk duurt wel erg lang, het gaat vooruit als bonen knopen.
onvoldoende
WNT: znw. vr., mv. buizen. Zeker afgeleid van buizen, bijvorm van Buischen, slaan, kloppen, en dan ten nauwste verwant met wvl. buisch (zie buischen).
1. Iemand eene buis geven: een pak slaag. In Overijsel (N. Ned. Taalmag.).
2. Iemand eene (zijne, hare) buis geven, hem of haar afzeggen, de liefdesbetrekking afbreken (soms: een blauwtje laten loopen). Eene buis krijgen, niet slagen, afgewezen worden, hetzij bij een huwelijksaanzoek, hetzij bij een examen, bij eene verkiezing enz. Eene in Vlaanderen gewone, gemeenzame uitdrukking, te vergelijken met bot -, slip vangen, een bok schieten, een flater begaan.
“Die dompelaar (sukkel) mocht wel eens in eenen wedstrijd bekroond worden, als vergoeding voor de talrijke ”buizen”, waarmede onmeedoogende professoren hem in zijne examens hadden bekroond.” G. Bergmann
Afl. Buizen
© 2007 INL. Artikel gepubliceerd in 1902.
Ik heb een buis op Nederlands.
niet geslaagd zijn, onvoldoende halen, flessen
EWN:
ww. (BN) ‘(laten) zakken voor een examen’
Nnl. buizen, gebuisd worden ‘zakken’ (1865–70; Schuermans).
Afleiding van het zn. buis in de uitdrukking iemand zijn buis geven ‘hem afzeggen, een blauwtje laten lopen’, een buis krijgen ‘zakken (bij examens)’, meestal opgevat als een afleiding bij het werkwoord buizen ‘slaan’, een nevenvorm van buischen ‘slaan, kloppen’ (1573; WNT), (mhd. biuschen ‘id.’).
Ik ben gebuisd op aardrijkskunde.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.