Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
een ketel die stilletjes staat te koken en die een typisch geluid maakt, hij staat “te zingen”.
zie ook zooien, zojjen gezoden
De moor staat te zoeën op de stoof.
iets afbreken tot op de grond
Hij maakte stoofhout van gans zijn uitleg om op die plaats een nieuwe brug te bouwen.
steenkolen
ook hulle, hoelle, oe(i)le, oelen
< houille (mot wallon d’orig. germanique) charbon de terre. les houillères du Nord et du Pas-de-Calais. (Bordas)
< Fr. houille XVIe eeuw, ‘oille’ < Waals hoye < oud Luiks hulhe < Frankisch hukila = kluit, hobbel, hoop ( Acad. franç.)
Doe nog eens wat hullen op de stoof, ze brandt bijna niet meer.
kolen voor een kolenkachel
ook hoelle, hullen
(Antw.Kempen) hullie
Ik zal eens hulle op de hullestoof doen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.