Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
ja ik; aanechting van het persoonlijk voornaamwoord aan ja
1e persoon enkelvoud: joak
2e persoon enkelvoud: joag
3e persoon enkelvoud: joaj/joan (mannelijk), joas (vrouwelijk) en joat (onzijdig)
1e persoon meervoud: joam/joaw
2e persoon meervoud: joag
3e persoon meervoud: joa(n)s
(bron:Wikipedia)
Komt de Jef vandaag den hof doen? Joj, hij komt om 5 uur.
stuur van een racefiets
Ik wil ’ne velo met ’ne koersgidon van Sinterklaas!
versnelling
(gewoon een ingeburgerd frans woord)
Hij heeft ne nieuwe velo met 21 vitessen.
spaak (van een fietswiel); balein (van een paraplu of korset)
Wat is er met uw velo gebeurd? Vier bleinen zijn gebroken in het achterrad!
Tijskaarten vas(t)spangen op de bleinen van uwe velo, daarmee kunt ge “ratelen”!
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.