Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
geld dat op de grond gevallen is en dat de werkvrouw of de persoon die het vindt tijdens het keren mag behouden.
Ik heb in ’t cafetaria 5 euro keergeld gevonden.
emmer
in Antwerpen was tob geen emmer, maar meer een kuip, teil
Er is een gat in uwen tob, hij rint!
Den hengel van mijnen tob is over, nu smijt ik ’m weg.
Haal eens een paar tobben water van de regenwaterpomp en giet die aan de rozenstruiken.
De vrouwen stonden aan den tob voor de was te doen. (in Antw.)
boos worden, zeer ontstemd zijn
in Antwerpen: den ittekentik
Nu hebben ze mij weeral vals beschuldigd. Ik begin daar echt den ittantik van te krijgen e.
aanspreking met enige ergenis
uitspraak joengeu (met langgerekte eu)
Maakt geen onderscheid tussen man. en vr.
alternatieve vorm: jongske – joengske(u)
zie ook jong, joenge, joeng
Joengeu, ’t is al goed zenne. Ik ben uw gezaag muug.
Zeeeg joengske, stopt maar al zenne. ’t Is goed geweest.
vanzelf, moeiteloos, zonder tussenkomst, uit zichzelf
zie ook ‘zijn eigen’ (eigen, zijn ~)
Ne velo rijdt niet van zijn eigen, zenne. Ge moet een beetje trappen!
Zij zal dat nooit van heur eigen doen, ge moet heur dat vragen.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.