Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
vlakbij
Voor bijwoordelijk gebruik, zie boenk
De C&A meniër? Awel sè, ge rejt gewoën vut tot oan de kerk, en doa ist boenkbâ, ge kint er ni neeve zien.
(De C&A meneer? Wel, u rijdt gewoon verder tot aan de kerk en daar ligt het vlakbij, u kan het niet missen.)
de omgeving
> Fr. environs (les ~)
Waar is het sportpaleis?
Awel, hier in den averon.
Is er ier een fritkot in ’n averon?
persoon die bratst
zie bratsen
Awel bratser, waar hebt ge weer gezeten?
Awel bratser, ge kunt nogal stinken, weer bonen geten zeker?
gerust
‘scheutig zijn op iets’ heeft in Antw. en Hageland een andere betekenis: happig, gebrand zijn op iets
Awel, ik ben daar niet zo scheutig op.
Ik heb vliegangst, dus ik ben er niet scheutig op om met het vliegtuig op reis te gaan. (Hageland)
Hij maakt ijzermannekes.
in Antwerpen: een ijzermanneke maken
Een baby balt zijn vuistjes en schudt ze.
Mijn grootmoeder gebruikte dit als een baby boos werd.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.