Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
(In Vl. ) Vrucht die voor den tijd afvalt, „rapeling”. || Valling …. Een appel, eene peer of andere vrucht die van den boom afvalt eer zij haren wasdom heeft, De Bo (1873). Valling, gevallen ooft, Aant. v. Gezelle (Bavikhove, ± 1890). — De koster van Lembeke had veertien vallingen en hij bakte er een tate van, Schuerm. (1870). Als het veel waait, zijn er veel vallingen te rapen, De Bo (1873). Die vallingen zijn beter of die ge groen aftrekt (Nukerke, 1944).
Nog in gebruik?
Ik ken het woord in de betekenis van “verkoudheid”
kippenei
zie ook gatkogel
Dat kan smaken, ne zacht gekookte gatbol met een beetje zout.
een kiekenei
zie ook gatbol
Gebakken of gekookt, een gatkogel smaakt altijd.
geld dat op de grond gevallen is en dat de werkvrouw of de persoon die het vindt tijdens het keren mag behouden.
Ik heb in ’t cafetaria 5 euro keergeld gevonden.
emmer
in Antwerpen was tob geen emmer, maar meer een kuip, teil
Er is een gat in uwen tob, hij rint!
Den hengel van mijnen tob is over, nu smijt ik ’m weg.
Haal eens een paar tobben water van de regenwaterpomp en giet die aan de rozenstruiken.
De vrouwen stonden aan den tob voor de was te doen. (in Antw.)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.