Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
apathisch, lusteloos zijn door ziekte of vermoeidheid.
Door mijn borstvalling zit ik er maar bij als een half pond vijgen.
koude, verkoudheid, valling
Met m’n koede moet ik de ganse dag hoesten.
kou op de borst
Als een kopvalling zakt, krijgt men een borstvalling.
zakdoek
Ik heb een snotvalling, maar genen tessendoek :-(
(In Vl. ) Vrucht die voor den tijd afvalt, „rapeling”. || Valling …. Een appel, eene peer of andere vrucht die van den boom afvalt eer zij haren wasdom heeft, De Bo (1873). Valling, gevallen ooft, Aant. v. Gezelle (Bavikhove, ± 1890). — De koster van Lembeke had veertien vallingen en hij bakte er een tate van, Schuerm. (1870). Als het veel waait, zijn er veel vallingen te rapen, De Bo (1873). Die vallingen zijn beter of die ge groen aftrekt (Nukerke, 1944).
Nog in gebruik?
Ik ken het woord in de betekenis van “verkoudheid”
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.