Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
poffertje, klein pannekoekje
Morgenvroeg ga ik pollekes eten met zelfgemaakte abrikozengelei en nen goeien toef room erop.
een persoon die er slordig en vies gekleed, bijloopt
De man van mijn vriendin liep er weer op zijn paasbest bij met zijn kapotte en vuile kleren, precies ne voddenkruier.
mestvaalt, mesthoop
ook: messink
(messing was mannelijk bij De Bo 1892)
< mes, o. zonder meerv. Hetzelfde als ’t holl. mest (De Bo)
De messing bevond zich vroeger over het algemeen op een boerderij en meestal in het midden van de koer of het erf.
= cuberdons
snoep in de vorm van een kegeltje (rode of groene) hard van buiten, zacht van binnen (geleiachtige siroop = stroop)
ook: neuske
Breng me van het snoepkraam eens een half pond neuzen mee.
Als we naar zee gaan, gaan we daar altijd in de plaatselijke snoepwinkel een pakje neuskes kopen omdat ze daar het lekkerste zijn.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.