Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
o.a. bij Streuvels gelezen werkwoordsvorm van “maken”
ik, hij, zij miek – gij miekt
wij, gelle, zij, zolle mieken;
v.d.: gemaakt
Het miek haar misnoegd, zij was nijdig en kwaad op het kind. (Stijn Streuvels: Het Kerstekind)
Op iemands kosten smoren, roken.
zie ook: afsmoren, afsmoorder
vgl: uitzuipen, afzuiper
De Jean heeft me den hele avond uitgesmoord en nu zit ik zonder sigaretten.
< Komt van het ww. scheiden.
Als je citroen in je melk doet zal ze schee.
schiften, kappelen, schee, meestal van vloeistoffen
VD online: gew.
Teveel vetstof heeft de witte wijnsaus doen kabbelen.
Citroen bij melk dan krijgt ge een gekabbelde substantie.
heel laat opstaan, heel laat wakker worden
Amai, mijnheer is wakker, hij komt uit zijne polder.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.