Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
schommel, schommelstoeltje
zie ook: balanschiere, bies, biezabijs, bijs, bijze, boes, boeschcammeré, boesjkammeree, ratak, ratek, renne, rennekoker, rietseko, rijtak, sturrel, stuur, suur, toeter, wippentater, zwier
De kinderen spelen veel met de touter die in onze boom hangt.
schommel
wonend naast de Franse grens hebben ze bij ons dat woord afgeleid uit het Franse balancer
zie ook touter
Ik zal je een keer duwen op de balanschiere.
de krachten zijn op, men is moe, men is uitgeput
ook: ‘bobijn(tje) is af’, ‘bobijn(tje) is plat’, etc…
< bobijn = garenklos
uitspr.: W-Vl: bobientje is …
de krachten zijn op, men is moe, men is uitgeput
ook: ‘bobijn(tje) is af’, ‘bobijn(tje) is plat’, etc…
< bobijn = garenklos
uitspr.: W-Vl: bobientje is …
lucht
sjwerbelke hoog in de loch/zwaluwtje hoog in de lucht
vreuger zoots-te onger de sigareloch es-te oet de café koams
vroeger zat je onder de sigarenlucht als je uit het café kwam
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.
