Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
de paternoster of de rozenkrans bidden (R-K)
Je moet dat oude nunnetje niet storen, ’t zit daar zo schone te paternosteren.
zeer slecht horen
potdoof
Hij moest het wel drie keren herhalen, want dat ventje is pottedoof.
Het breviergebed of getijdengebed der R-K geestelijken
De pastoor zat rustig te brevieren in zijn tuin en een vink begeleidde hem met zijn honderde liedjes.
= als gebaring,veinzerij, het veinzen
In sommige streken van West -Vlaanderen zegt men “begaring” in plaats van ‘gebaring’
Het is niemand die geloofde dat je ziek was, iedereen zag dat ’t begaringe was.
op zijn paasbest gekleed
< Fr. < Middelfrans: trentain. Dit was een luxueuze stof waarvan de inslag dertig keer honderd draden bedroeg. Trentain werd verbasterd tot trente-et-un.
WNT:
2. (Gent) Op zijn trente-et-un zijn, zijn beste kleeren aan hebben (Liev.-Coopm.) Vert. van fr. se mettre sur son trente et un (Littré)
Hij stond helemaal op zijnen trente-et-un, gereed om in de suite te gaan.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.