Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
door erop te sabbelen iets helemaal opeten
vgl. ook afzabberen
Zijn stokje kalissenhout was helemaal opgesabbeld.
door erop te sabbelen iets helemaal opeten
vgl. ook afzabberen
zijn stokje kalissehout was helemaal opgesabbeld
emmer
< Oudfrans seille < Latijn sitella
Pak eens een seule woater, da ’k het plankier kan kuisen.
Geft mie neke die seule, dak ze kan iellen. (Westhoek)
emmer, aker
WNT:
SEUL
Woordsoort: znw.(v.)
Modern lemma: seul
— SEULE —, znw. vr. Ontleend aan ofr. seille, frans seau. In Vlaand.
1. Emmer, inzonderheid houten emmer.
Seule, suyle, Fland. Occident, j. eemer, Kiliaan — Van aen den Yper-stroom tot waer de vlammen waeren, De seultjes vlogen al van hand tot hand, V. Daele bij De Bo (1805).
Hij deed het zand in eene seule, De Bo (1873).
2. Zuiger van een pomp (De Bo (1873)).
Breng me ne keer ’n seule proper water.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.