Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
woensdag
uitspraak: ghoenschtag
Haspengouw: goensdig
< Goensdag bestaat al sinds de negende eeuw naast woensdag. Het zou een christelijke taboebenaming zijn om de naam wodensdag (van Wodan) van zijn heidense karakter te ontdoen en associaties met ‘god’ of ‘goed’ in de plaats te brengen.
Een andere verklaring voor de g/w wissel is romaniserende invloed vanuit het zuiden. (A. Weijnen)
Ghoenschtag gon we nor de met.
- woensdag gaan we naar de markt
onderhandeligen in negatieve zin
gepingel, afdingen
SN: gemarchandeer
Als de uitgangspunten duidelijker waren, was deze marchandage niet nodig geweest.
in ruzie liggen (ruzie, in ~ liggen), overhoop liggen;
ook: ambras hebben
Ze liggen al jarenlang in ambras en spreken niet meer met elkaar.
grote honger hebben
De kleine heeft nogal geten! Hij scheurde ocharme van de honger.
sloffend rondwandelen, traag wandelen
verbastering van schuifelen
uitspraak: /sj.e f.e l.e/ (driemaal doffe e)
ook in Antwerpen
Die ouwe mens sjeffelt de hele dag door het park.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.