Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
emmer, aker
WNT:
SEUL
Woordsoort: znw.(v.)
Modern lemma: seul
— SEULE —, znw. vr. Ontleend aan ofr. seille, frans seau. In Vlaand.
1. Emmer, inzonderheid houten emmer.
Seule, suyle, Fland. Occident, j. eemer, Kiliaan — Van aen den Yper-stroom tot waer de vlammen waeren, De seultjes vlogen al van hand tot hand, V. Daele bij De Bo (1805).
Hij deed het zand in eene seule, De Bo (1873).
2. Zuiger van een pomp (De Bo (1873)).
Breng me ne keer ’n seule proper water.
emmer
< Oudfrans seille
Pak eens een seule woater, da ’k het plankier kan kuisen.
Geft mie neke die seule, dak ze kan iellen. (Westhoek)
1. dik, stevig, snel groeiend (algemeen)
2. sterk (algemeen)
3. zwaargebouwd, fors, krachtig (niet algemeen)
4. knap, verstandig (informeel)
VD online: Belgisch-Nederlands
1. Mijn schoonbroer heeft een straffe baard. Hij moet zijn eigen (eigen, zijn ~) 2x per dag scheren.
2. Straffe koffie is het best om rap wakker van te worden. (K. Norel)
3. Jerommeke en John Massis, zaliger, zijn straffe kerels.
In ‘De nieuwe Antwerpenaar’ (gazetteke) schrijft men dat brandweerman Dries een straffe vent is want hij fietst elke dag 224 kilometer, door weer en wind.
4. Onze Kevin is altijd straf in Wiskunde geweest.
schrik aanjagen, iemand heel bang maken
den daver = rilling
VD online: Belgisch-Nederlands, informeel
Lange Wapper jaagt Antwerpen den daver op het lijf. “Ni mè maai” zingt er ene. Maar voor de politiek niet duidelijk genoeg.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.