Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
harken
Van Dale:
raken
overgank. werkw.; raakte; h. geraakt
(1350) Mnd., Middel-Eng. raken, van raak (hark)
(gewestelijk)
1. harken
Hij was de tuin aan het reiken met een reik.
Hij was de tuin aan het harken met een hark.
hark, gritsel
< raak
Hij ging in de tuin reiken.
Hij ging in de tuin harken.
Plassen
zie ook loezen
Daar stond hij tegen een boom te loederen.
Daar stond hij tegen een boom te plassen.
Plassen
zie ook loezen
Daar stond hij tegen een boom te loederen.
Daar stond hij tegen een boom te plassen.
een vrouwenborst strelen, aanraken
ook ‘tetteke rus’ gespeld
uitspraak reus = rös, korte eu > zie reussen
Om stoer te doen speelden ze tetteke rus.
Oh, pardon madam, het was ongewild tetteke reus.
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.