Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    veste, op zijn ~ krijgen
    (uitdr.)

    aan de verliezende kant zijn

    zie ook kas, op zijn ~ krijgen

    Bij het tennissen kreeg hij opnieuw op zijn veste, hij ging niet meer naar de kleedkamer omdat hij niet tegen zijn verlies kan.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Sep 2013 18:36
    0 reactie(s)

    kas, op zijn ~ krijgen
    (uitdr.)

    een nederlaag ondergaan

    In de Kempen ook ‘op zijne bult krijgen’
    West-Vlaanderen: veste, op zijn ~ krijgen

    WNT: kas: Schertsende benaming voor een bochel of bult

    Meester Moens in Terug naar Oosterdonk: Als Oosterdonk tegen Antwerp moest spelen, ze zouden 20 – bros op hun kas krijgen.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Sep 2013 18:35
    0 reactie(s)

    veste, op zijn ~ krijgen
    (uitdr.)

    aan de verliezende kant zijn

    Bij het tennissen kreeg hij opnieuw op zijn veste, hij ging niet meer naar de kleedkamer omdat hij niet tegen zijn verlies kan.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Sep 2013 18:33
    0 reactie(s)

    teut, houd uwen ~
    (uitdr.)

    zwijg! houd uw mond!

    Manneke, houd uwen teut na is, ge hed al genoeg geklapt (klappen) veur vandaag.
    Manneke, zwijg nu eens, ge hebt al genoeg gebabbeld voor vandaag.

    Provincie Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 08 Sep 2013 18:21
    2 reactie(s)

    kas
    (de ~ (v.), -)

    herkomst: mogelijk de afkorting van karkas, borstkas

    het lijf, het lichaam, de keel (pars pro toto)
    onterecht verward met kast

    VD2013 online: Belgisch-Nederlands, spreektaal

    WNT:
    Benaming voor de maag, den buik, het lichaam.
    Zijn kas (kasse; kasken) vullen, zich dik eten (Joos; Corn.-Vervl.; Teirl.)
    E stuk in zij(n) kasken hebben, dronken zijn, Corn.-Vervl.
    Wa(t) naar zijn kas krijgen, verwijtingen of kijven krijgen, Ald.

    Ge kunt u niet voorstellen wat die allemaal in zijn kas slaagt (kas, in zijn ~ slagen).

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 08 Sep 2013 18:17
    7 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.