Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.
kwajongenstreek, deugnieterij
Voor petzakkerijen zoals bellekentrek krijgt ge een tegenwoordig een boete.
bezit, hebben en houden, spul
Ik zal mijnen buut is bijeen scharen en dan zennek de pist in.
plotseling verdwenen zijn, ribbedebie
vgl. de pist in
Toen de afwas moest gedaan worden, was hij de pist in.
(Bargoens) weggaan, weglopen
Ook wel met ww. “zijn” of (minder algemeen) “stikken”.
Van iemand die er plots niet meer is, zei men “hij is RIP en de bie” (vgl. ribbedebie)
Jal de bie, jong! (maak dat ge weg komt)
In een ik en een gij (op een ik en een gij) was zij de bie. (weg, foetsie)
De bie stikken. (hard weglopen)
Nieuwe versie!
Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze
GitHub.