Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    zooien
    (ww. zooide, gezooid)

    koken
    zie ook zoeën, gezoden, zojen, zooije

    WNT:Modern lemma: zooien
    ZOEIEN, ZODEN —, bedr. en onz. gemengd ww. Mnl. soyen. Ablautend gevormd naast zieden. Veelal met gesyncopeerde d. Thans nog gewestelijk.

    Deze aardappelen zijn niet lang genoeg gezooid.
    Deis pataate emme ni lank genoeg gezooije.

    Regio Leuven
    Bewerking door de Bon op 18 Jan 2014 18:08
    5 reactie(s)

    patat, ~ten schroemmelen
    (vaste woordgroep)

    de dunne pel van nieuwe patatten verwijderen door de knollen hard om te roeren tot de pel loskomt

    Mijn vader deed de patatten uit, gooide ze in een emmer met water en schroemmelde ze dan eens goed met de steel van de gritsel.

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 18 Jan 2014 18:04
    0 reactie(s)

    bef, den ~ jagen
    (uitdrukking)

    zich uitgelaten en wild gedragen, alles overhoop zetten

    oorsprong bij bef, den ~ zijn

    De mannen van hier in ’t straat hebben bij de gouden bruiloft van Swa en Lieske nogal den bef gejaagd!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 18 Jan 2014 18:00
    0 reactie(s)

    bef, den ~ jagen
    (uitdrukking)

    zich uitgelaten en wild gedragen, alles overhoop zetten

    oorsprong bij bef, den ~ zijn

    De mannen van hier in ’t straat hebben bij de gouden bruiloft van Swa en Lieske nogal den bef gejaagd!

    Regio Antwerpse Kempen
    Bewerking door de Bon op 18 Jan 2014 17:59
    0 reactie(s)

    bef, den ~ zijn
    (uitdr.)

    (verouderd?) de dupe, de sigaar zijn; uitspraak in Antwerpen: beuf

    < BEF, z. v. Ingebeeld viervoetig dier of vogel, voorkomend in de ‘bef jagen’, wat in de baronie van Breda piktoren vangen heet en bij De Bo schavuiten vangen. De bef jagen bestaat hierin : Men maakt eenen snul wijs dat er, in een afgelegen veld, een vreemd dier of vreemden vogel te vangen is, Bef genaamd. Een pikdonkeren avond trekt men naar dat veld; daar wordt een groot vuur aangelegd, dat de Zebedeus wel moet aan den gang houden, terwijl de gezellen het dier zullen naar de knappende vlammen jagen. Doch zij poetsen allen de plaat, het vuur gaat eindelijk uit en de sukkelaar zit in den donker, soms in een hem onbekend veld.
    Vandaar: de bef zijn, être la dupe de l’histoire. Het Italiaans beffare, ‘t Oudfrans beffer, nieuw Frans bafouer.
    Ons oud ’beffen’ is bespotten, foppen. (Bijdrage tot een Haspengouwsch Idioticon, A. Rutten (1890))

    Met al da zijn ik toch den beuf van d’histore!

    Regio Antwerpen
    Bewerking door de Bon op 18 Jan 2014 15:00
    3 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.