Vlaams Woordenboek logo

Het Vlaams woordenboek


Index

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Log in

Registreer als nieuwe gebruiker om het Vlaamse Woordenboek op zijn best te kunnen gebruiken. Als ingelogde gebruiker kunt ge bijvoorbeeld nieuwe termen aan ons woordenboek toevoegen, andermans definities verbeteren, en reageren op bestaande definities.

Uw gebruikersnaam
Uw geheime paswoord

  • Log in
  • Wijzigingen door de Bon

    Vlaamse Zorgkas
    (vaste woordgroep)

    erkende openbare zorgkas opgericht door de Vlaamse overheid, voor iedereen toegankelijk en politiek onafhankelijk

    “De Vlaamse Zorgkas is één van de 7 erkende zorgkassen, opgericht door de Vlaamse overheid. Iedereen kan er terecht om lid te worden van de Vlaamse zorgverzekering. Wie zichzelf niet tijdig aansluit bij een andere zorgkas, wordt automatisch aangesloten bij de Vlaamse Zorgkas.” (Vlaanderen.be)

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 30 Jan 2015 14:57
    0 reactie(s)

    botteren

    met een bal spelen, sjotten, voetballen; allicht synoniem van ‘stuiteren, stuiten’

    zie ook: botter

    Ha hei laank gebotterd veu dattem nao hoas gekomen es.
    (Hij heeft lang gevoetbald eer hij naar huis gekomen is.)

    Regio Hageland
    Bewerking door de Bon op 30 Jan 2015 13:17
    0 reactie(s)

    tegoei
    (bw.)

    goed, zoals het hoort

    Ge moet uw handen tegoei wassen voor het eten.

    Just tegoei! (of) krek tegoei! (net goed! het zal hem/haar leren)

    Kunt ge nu nooit eens niks tegoei doen? (let op de dubbele negatie)

    Dat komt nooit meer tegoei tussen die twee.

    Ik weet niet of ik die kapotte broodrooster nog ooit tegoei krijg.

    Zij zat nog niet tegoei neer of zij voelde zich weer misselijk worden.

    Gans Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 29 Jan 2015 14:32
    9 reactie(s)

    aalput
    (zn. m. -ten)

    op de buiten waar geen riolering was werd de menselijke ontlasting opgevangen in de aalput of beerput

    De aalput werd manueel geledigd met een grote schep in de vorm van een pollepel aan een lange steel. Wat restte, noemde men de dikkaard.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 29 Jan 2015 14:19
    2 reactie(s)

    dikkaard
    (zn. m. geen meerv.)

    dikke brij die overbleef na het ledigen van de aalput

    bij De Bo (1873) ook dikkaard
    in Loquela (1895) wordt moer vermeld in den zin van ”grond, dikkaard, ook van staande of loopende water gezeid”. (WNT)

    Met de neus dichtgeknepen keken we afkerig over de rand naar de dikkaard die op de bodem van de aalput was blijven liggen.

    Provincie West-Vlaanderen
    Bewerking door de Bon op 29 Jan 2015 14:18
    2 reactie(s)

    Nieuwe versie!
    Er is een nieuwe versie van het Vlaams Woordenboek online. Mocht je problemen ondervinden, gelieve deze te melden op onze GitHub.

    Het Vlaams woordenboek  |  Concept en realisatie door Anthony Liekens

    Creative Commons License

    Het Vlaams Woordenboek by Anthony Liekens is licensed under a Creative Commons Attribution-NonCommercial-ShareAlike 4.0 International License.